Skip to the main content

Huishoudelijk reglement

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deelname KNKV aan sportorganisaties
Artikel 1
  1. Het KNKV is aangesloten bij:
    a. de International Korfball Federation (IKF);
    b. Nederland Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF).
  2. Het Bondsbestuur regelt de vertegenwoordiging van het KNKV op de Algemene Vergadering van de in lid 1 genoemde organisaties.
Aanmelding en toelating
Artikel 2
  1. a. Een vereniging die lid wenst te worden van het KNKV dient daartoe een schriftelijk verzoek in bij het Bondsbestuur.
    b. Tegelijk met dit verzoek doet een vereniging een verzoek tot toelating van haar verenigingsleden. De vereniging treedt hierbij op als vertegenwoordiger van die leden.
    c. De vereniging voegt aan de onder a en b bedoelde verzoeken toe:
    – een opgave van haar naam;
    – een opgave van de namen en adressen van haar bestuursleden;
    – een opgave van de ligging van het speelterrein met kleedgelegenheid;
    – een omschrijving van het clubkostuum, waarbij niet is begrepen een reclame-uiting, die volgens het bepaalde in het sponsoringreglement is aangebracht op het wedstrijdshirt;
    – een exemplaar van haar statuten.
    d. De leden a tot en met c zijn van overeenkomstige toepassing in het geval er sprake is van een fusie tussen meerdere verenigingen of een korfbalvereniging opgaat in een omni-vereniging.
  2. Het Bondsbestuur stelt zo spoedig mogelijk een officiële mededeling van een verzoek tot toelating tot het lidmaatschap van het KNKV van een vereniging schriftelijk bekend aan de verenigingen. Gedurende 21 dagen na deze bekendmaking hebben de verenigingen gelegenheid schriftelijk gemotiveerde bezwaren bij het Bondsbestuur in te dienen.
  3. Het Bondsbestuur beslist over de toelating van verenigingen en verenigingsleden als bedoeld in lid 1 en kan aan de toelating voorwaarden verbinden. Dat besluit en de eventueel daarbij behorende voorwaarden worden als officiële mededelingen gepubliceerd.
  4. Zij, die als onafhankelijk lid of donateur wensen te worden toegelaten tot het KNKV, dienen daartoe een schriftelijk verzoek in bij het Bondsbestuur, dat over het verzoek tot toelating beslist.
Verplichtingen van de leden
Artikel 3
  1. Verenigingen zijn met inachtneming van artikel 9 van de statuten verplicht:
    a. desgevraagd op een eerste verzoek volledige en juiste inlichtingen en opgaven, verband houdende met het lidmaatschap van het KNKV, zowel schriftelijk als mondeling te verstrekken aan een orgaan van de bestuurlijke en/of rechtsprekende macht van het KNKV;
    b. er voor te zorgen dat haar statuten geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met de statuten en/of reglementen van het KNKV en alle wijzigingen in haar statuten binnen een maand na de vaststelling ter kennis van het Bondsbestuur te brengen;
    c. om slechts na goedkeuring van het Bondsbestuur wijziging in de verenigingsnaam aan te
    brengen. De procedure zoals vermeld in de leden 2 en 3 van artikel 2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
    d. om slechts na goedkeuring van het Bondsbestuur wijzigingen aan te brengen in het clubkostuum. Deze goedkeuring treedt pas in werking op het moment van de publicatie, die geschiedt op een door het Bondsbestuur te bepalen wijze. Onder wijziging van het clubkostuum wordt niet verstaan het aanbrengen van een reclame-uiting op het wedstrijdshirt of een wijziging daarin, indien het bij of krachtens het in het sponsoringreglement bepaalde in acht is genomen;
    e. een ledenadministratie te voeren, vermeldende de namen en voornamen, geboortedata, geslacht en adressen der verenigingsleden, gesplitst in categorieën als bedoeld in de leden 1 en 2 van artikel 5, en tevens de data van het begin en einde der lidmaatschappen;
    f. een opgave van haar verenigingsleden in te dienen;
    g. door het Bondsbestuur te bepalen functies alleen te doen bekleden door verenigingsleden, waarbij slechts meerderjarige personen de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester mogen vervullen;
    h. wijzigingen in de bezetting van functies van voorzitter, secretaris, penningmeester en wedstrijdsecretaris binnen veertien dagen op de door het Bondsbestuur nader te bepalen wijze aan het KNKV kenbaar te maken. Het Bondsbestuur kan bepalen dat wijzigingen in de bezetting van andere functies binnen de genoemde termijn ook dienen te worden gemeld;
    i. een regelmatige boekhouding te voeren;
    j. aan een orgaan van de bestuurlijke en/of rechtsprekende macht van het KNKV desverlangd inzage te verlenen in of afschrift te geven van de boekhouding en de administratie met de daarbij behorende bescheiden;
    k. zich niet zonder toestemming van het Bondsbestuur tevens het lidmaatschap te verwerven van een andere korfbalorganisatie;
    l. niet zonder toestemming van het Bondsbestuur ploegen, onder welke naam dan ook, te laten deelnemen aan wedstrijden, uitgeschreven door een organisatie als bedoeld onder k;
    m. verslagen van leden- en bestuursvergaderingen op te stellen, jaarverslagen uit te brengen, afschrift te houden van de belangrijke uitgaande correspondentie en de ingekomen correspondentie te bewaren, alles gedurende een periode van ten minste vijf jaar. De balans en de staat van baten en lasten dienen gedurende een periode van ten minste zeven jaar te worden bewaard.
  2. Verenigingsleden en onafhankelijke leden zijn met inachtneming van artikel 9 van de statuten verplicht:
    a. desgevraagd op een eerste verzoek volledige en juiste inlichtingen en opgaven, verband houdende met het lidmaatschap van het KNKV, zowel schriftelijk als mondeling te verstrekken aan een orgaan van de bestuurlijke en/of rechtsprekende macht van het KNKV;
    b. om zich voor, gedurende en na een korfbalwedstrijd behoorlijk te gedragen;
    c. om voor of tijdens een korfbalwedstrijd geen als doping geduide middelen te gebruiken, dan wel het gebruik of doen gebruiken te bevorderen, uit te lokken of te vergemakkelijken, of om dergelijke middelen toe te dienen, tenzij deze toediening binnen de normale uitoefening van zijn beroep door een arts voor een geneeskundig doel geschiedt, in welk geval het gebruik van een als doping geduid middel niet strafbaar is.
    d. Om zich te onthouden van elke vorm van Grensoverschrijdend gedrag. De definitie van Grensoverschrijdend gedrag luidt: Grensoverschrijdend gedrag is elke vorm van handelen en/of nalaten dat als doel en/of gevolg heeft dat de waardigheid en/of veiligheid van één of meerdere personen wordt aangetast.
  3. De verenigingen zijn met inachtneming van artikel 9 van de statuten verplicht de persoon op te geven die – geen lid van de betrokken vereniging zijnde – bij enige verenigingsploeg als trainer, coach of andersoortige begeleider optreedt.
Klachtenrecht
Artikel 4

Leden van het KNKV kunnen een klacht indienen tegen onder de verantwoordelijkheid van het KNKV werkzame medewerkers of leden van commissies en werk-, project- en adviesgroepen in verband met de uitoefening door betrokkenen van hun werkzaamheden voor het KNKV. Het Bondsbestuur stelt daarvoor nadere bepalingen vast.

Ledencategorieën en ledenopgave
Artikel 5
  1. Het KNKV kent de volgende ledencategorieën:
    a. verenigingsleden
    b. onafhankelijke leden
  2. De verenigingsleden worden onderscheiden in:
    a. competitieleden;
    b. overige leden.
  3. a. Competitieleden zijn verenigingsleden die deelnemen aan een door het KNKV georganiseerde
    competitie als genoemd in artikel 1 lid 2 van het reglement van wedstrijden.
    b. De competitieleden worden naar hun leeftijd per 31 december van het desbetreffende competitieseizoen (peildatum) onderscheiden in:
    – seniorenleden: 19 jaar en ouder;
    – juniorleden: 16 tot en met 18 jaar;
    – aspirantleden: 12 tot en met 15 jaar;
    – pupillenleden: 5 tot en met 11 jaar, met dien verstande dat voor spelers van 5 jaar in overeenstemming met artikel 8 lid 1 onder c van het Reglement van wedstrijden hun verjaardag bepalend is voor de aanvang van hun competitiedeelname.
  4. Overige leden zijn verenigingsleden die niet deelnemen aan een door het KNKV georganiseerde competitie als genoemd in artikel 1 lid 2 van het reglement van wedstrijden en in de door het Bondsbestuur vastgestelde nadere richtlijnen.
  5. (Ploegen van) de volgende in lid 2 onder b genoemde ledencategorieën worden in het reglement van wedstrijden en het tuchtreglement volgens de daar genoemde criteria aangeduid als:
    – junioren: A-jeugd;
    – aspiranten: B- en C-jeugd;
    – pupillen: D-, E- en F-jeugd.
  6. a. De verenigingen doen jaarlijks krachtens artikel 9 lid 2 onder a van de statuten op de door het
    Bondsbestuur te bepalen wijze en te bepalen datum opgave van hun verenigingsleden.
    b. Aan de verplichting tot kennisgeving van de beëindiging van het lidmaatschap van het KNKV van verenigingsleden is voldaan als deze verenigingsleden worden afgemeld door de verenigingen op de wijze als bepaald onder a.
  7. Verenigingen kunnen na de eerste ledenopgave aanvullende opgaven van hun verenigingsleden invoeren op een door het Bondsbestuur te bepalen wijze.
  8. Onder onafhankelijke leden worden verstaan natuurlijke personen die zich rechtstreeks bij het KNKV als lid hebben aangemeld, alsmede vrijwilligers, die niet door een vereniging als
    verenigingslid aan het KNKV zijn opgegeven en die binnen het KNKV zijn gekozen of benoemd als:
    a. lid van het bondsbestuur, de bondsraad, een commissie of een werk-, of projectgroep;
    b. arbitrageofficial, zoals vermeld in artikel 22;
    c. docent van KNKV-opleidingen.
  9. Na beëindiging van de vrijwilligersfunctie als genoemd in lid 8 eindigt het onafhankelijke lidmaatschap per 30 juni van het betreffende seizoen
Verslag Bondsraad
Artikel 6
  1. Een beknopt verslag van de Bondsraad, waarin alle besluiten zijn opgenomen, wordt binnen acht weken na de Bondsraad als officiële mededeling gepubliceerd.
  2. a. Het verslag van de Bondsraad wordt zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van alle belanghebbenden.
    b. Indien binnen vier weken na de bekendmaking geen aanmerkingen op het verslag zijn gemaakt, is dit goedgekeurd. Eventuele voorstellen tot verandering van het verslag worden ter kennis gebracht van alle belanghebbenden. De eerstvolgende Bondsraad stelt het verslag vast.
Officiële bondspublicaties
Artikel 7
  1. Het KNKV kent officiële uitgaven.
  2. Het Bondsbestuur bepaalt de aard, de wijze van uitgeven en de prijs van de officiële uitgaven waaronder de reglementen en de officiële spelregels.
  3. De officiële spelregels alsmede de reglementen en daarbij behorende regelgeving worden gepubliceerd op de website van het KNKV. Indien daarin wijzigingen optreden worden deze op de site bijgewerkt. De verenigingen en de door de Bondsraad of het Bondsbestuur benoemde functionarissen worden daarnaast geïnformeerd over de aard en inhoud van de wijziging.
  4. Het KNKV kent officiële mededelingen. Het Bondsbestuur bepaalt welke informatie van zijn kant als officiële mededelingen worden beschouwd, en op welke wijze deze mededelingen vervolgens worden bekend gemaakt aan welke groep(en) van belanghebbenden.
Artikel 8
Registratiesysteem grensoverschrijdend gedrag

Het KNKV voert in het Case Management Systeem Sport (CMSS) van de koepelorganisatie NOC*NSF (welke wordt beheerd door het Centrum Veilige Sport Nederland), persoonsgegevens in naar aanleiding van signalen, meldingen c.q. incidenten op het gebied van seksuele intimidatie en overig grensoverschrijdend gedrag van leden. Deze informatie heeft als doel te komen tot een veilige(r) sportomgeving en daarmee ook sportbeoefening. Dit gebeurt door het monitoren, registreren en rapporteren van grensoverschrijdend gedrag in het CMSS. Deze gegevens mogen en zullen niet door het KNKV noch door NOC*NSF voor andere doeleinden dan hiervoor beschreven worden aangewend en worden ook niet aan derden verstrekt in welke vorm dan ook.

Topsportstatuut
Artikel 8a

Op basis van de verplichtingen welke door koepelorganisatie NOC*NSF opgelegd zijn binnen de Minimale Kwaliteitseisen is het KNKV verplicht een Topsportstatuut te hebben. Dit Topsportstatuut wordt door de Bondsraad vastgesteld conform de NOC*NSF opgestelde eisen.

Hoofdstuk 2 Financiële bepalingen
Heffingenregeling
Artikel 9

De hoogte van de contributies, bijdragen en donaties en de hieraan voorwaarden worden vastgelegd in een heffingenregeling. Overeenkomstig artikel 23 van de statuten wordt deze heffingenregeling elk jaar door de Bondsraad vastgesteld.

Contributies en donaties
Artikel 10
  1. De verenigingen zijn voor ieder door hen opgegeven verenigingslid aan het KNKV een jaarlijkse contributie verschuldigd.
  2. De verenigingen kunnen voor verenigingsleden, opgegeven na een bepaalde datum, een korting op de contributie krijgen.
  3. De contributie van de verenigingsleden kan per ledencategorie verschillend zijn.
  4. De onafhankelijke leden zijn met inachtneming van de artikelen 26 van de statuten aan het KNKV jaarlijks een minimumcontributie verschuldigd, die in de in artikel 9 genoemde heffingenregeling wordt vastgesteld.
  5. Donateurs zijn aan het KNKV jaarlijks een minimumdonatie verschuldigd die in de in artikel 9 genoemde heffingenregeling wordt vastgesteld.
Bijdragen
Artikel 11

De verenigingen zijn verder aan het KNKV verschuldigd:
– Wedstrijdbijdragen voor deelname aan een competitie;
– Eventuele overige bijdragen.
De tarieven en de hieraan verbonden voorwaarden van deze heffingen worden vastgesteld in de in artikel 9 genoemde heffingenregeling.

Inning van heffingen
Artikel 12
  1. a. De door de verenigingen in een verbondsjaar of een boekjaar verschuldigde bedragen kunnen op basis van voorschotten en een eindafrekening worden geheven, zoals jaarlijks in de in artikel 9 genoemde heffingenregeling wordt vastgesteld.
    b. Daar waar gebruik gemaakt wordt van voorschotnota’s, dan zal/zullen de voorschotnota(‘s) 90% van de totaal hiervoor in het voorgaande verbondsjaar betaalde kosten bedragen. Het Bondsbestuur kan, indien daartoe gerede aanleiding bestaat, al dan niet op verzoek van een vereniging een hoger of lager percentage vaststellen.
    c. Indien er eindafrekeningen worden opgesteld waarin voorschotten verrekend worden, dan zal het verschuldigde bedrag c.q. bedragen per soort gespecificeerd vermeld worden, alsmede het verrekende voorschot.
  2. a. Facturen van het KNKV dienen door verenigingen binnen 14 dagen na factuurdatum te worden voldaan door middel van een incasso door het KNKV.
    b. Verenigingen zijn verplicht een incassomachtiging aan het KNKV af te geven.
  3. De betaalmomenten voor voorschotnota’s worden vastgesteld en vastgelegd in de in artikel 9 genoemde heffingenregeling.
  4. De door de onafhankelijke leden verschuldigde contributies worden voldaan op een door het Bondsbestuur te bepalen wijze.
  5. De door de donateurs verschuldigde donaties worden voldaan op een door het Bondsbestuur te bepalen wijze.
Rekeneenheid
Artikel 13
  1. De volgens de reglementen opgelegde boeten en te betalen administratieve bedragen worden uitgedrukt in een aantal rekeneenheden.
  2. De hoogte van de rekeneenheid wordt vastgelegd in de heffingenregeling genoemd in artikel 9.
Vermogenspositie
Artikel 14
  1. Het eigen vermogen van het KNKV bestaat uit de volgende vermogensbestanddelen:
    a. Weerstandsreserve: de weerstandsreserve representeert het minimaal benodigde eigen vermogen, is niet vrij uitkeerbaar, noch vrij besteedbaar;
    b. Overige reserve: de overige reserve representeert het overschot of tekort op de weerstandsreserve en is vrij uitkeerbaar c.q. vrij besteedbaar;
    c. Bestemmingsreserves: deze reserves worden gevormd ten laste van de Overige reserve of resultaatverdeling, zijn ingesteld met een specifieke doelstelling en mogen alleen onder voorwaarden worden besteed.Minimale omvang vermogensbestanddelen
  2. In de jaarlijkse begroting zal een paragraaf worden opgenomen waarin de minimale omvang van het weerstandsvermogen wordt bepaald op basis van een risicoparagraaf.
  3. De Overige reserve en de Bestemmingsreserves mogen niet negatief zijn.
  4. Indien de Overige reserve op enig moment negatief is, is het Bondsbestuur verplicht een herstelplan aan de Bondsraad te presenteren, waarin het tekort binnen 3 jaar wordt ingelopen. In bijzondere omstandigheden mag de Bondsraad de herstelperiode, op voorstel van het Bondsbestuur, verlengen tot maximaal 7 jaar.
Financieel Statuut
Artikel 15

Het Bondsbestuur legt in een door haar vast te stellen Financieel Statuut de financiële taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het Bondsbestuur en het bondsbureau vast.

Financiën
Artikel 16

Het Bondsbestuur draagt de controle van de financiële administratie van het verbond op aan een registeraccountant.

Kosten van leden van het Bondsbestuur, commissies en van werk-, project- en adviesgroepen
Artikel 17
  1. Kosten die leden van het Bondsbestuur, de commissies, alsmede werk- project- en adviesgroepen in het belang van het KNKV maken, worden – indien de betrokkenen hun vorderingen inzenden aan het bondsbureau – aan de hand van door het Bondsbestuur opgestelde richtlijnen uit de bondskas vergoed. De vorderingen bevatten een omschrijving van de uitgaven.
  2. De vergoeding van de reiskosten vindt plaats op basis van gebruik van eigen auto.
  3. Indien het Bondsbestuur bezwaar heeft tegen het voldoen van een ingediende vordering, stelt het hiervan de betrokkene in kennis.
  4. Het Bondsbestuur kan via een bestuursbesluit bepalen dat aan verenigingen, waarvan een verenigingslid binnen het KNKV een of meer nader te bepalen kaderfuncties vervult, een tegemoetkoming wordt toegekend.
Kosten van (adviserende) leden Bondsraad
Artikel 18
  1. De reiskosten van de Bondsraadleden naar de Bondsraad en naar de bijeenkomsten van de regio’s worden vergoed uit de bondskas.
  2. De reiskosten van de adviserende leden van de Bondsraad worden vergoed uit de bondskas op de door het Bondsbestuur te bepalen wijze.
Hoofdstuk 3 Regio’s en samenwerkingsverbanden
Samenwerkingsverband
Artikel 19
  1. Een samenwerkingsverband is een geografisch gebied, waarbinnen verenigingen activiteiten kunnen organiseren.
  2. Bij het nemen van besluiten door samenwerkingsverbanden worden uitsluitend de KNKV-leden binnen dit verband aan deze besluiten gebonden.
Overleg tussen leden Bondsraad en verenigingen van een regio
Artikel 20
  1. Op initiatief van zowel de verenigingen van een regio als het lid van de Bondsraad dat is gekozen door deze regio kunnen specifieke aangelegenheden en agenda’s van de Bondsraad worden besproken.
  2. Tijdens deze bijeenkomsten worden geen besluiten genomen; het overleg is vooral bedoeld om de vertegenwoordiger(s) in de Bondsraad te informeren over de zienswijze van de verenigingen.
  3. Indien het niet mogelijk blijkt een bijeenkomst als bedoeld in lid 2 te organiseren, kunnen de vertegenwoordiger(s) in de Bondsraad langs digitale weg de zienswijze van de verenigingen verzamelen.
Hoofdstuk 4 Functies gerelateerd aan wedstrijden
Arbitrageofficials
Artikel 22
  1. De KNKV-scheidsrechters, assistent-scheidsrechters, jeugdscheidsrechters, KNKV-beoordelaars, KNKV-rapporteurs, KNKV-begeleiders en juryvoorzitters krijgen de door hen gemaakte kosten vergoed op grond van door het Bondsbestuur vast te stellen richtlijnen, indien zij door of namens het Bondsbestuur zijn aangewezen voor het leiden of jureren van een wedstrijd, dan wel het beoordelen en begeleiden van dan wel rapporteren over KNKV-scheidsrechters. De afstand tussen de woonplaats van deze functionarissen en de plaats waar de wedstrijd wordt gespeeld, wordt vastgesteld aan de hand van de officiële postcodetabel.
  2. De genoemde functionarissen inclusief de verenigingsscheidsrechter, verenigingsbegeleider, klok- en schotklokbediener worden daar waar mogelijk is, in het vervolg in het huishoudelijk reglement, reglement van wedstrijden en overige regelgeving arbitrageofficials genoemd. Arbitrageofficials dienen lid van het KNKV te zijn.
  3. Onafhankelijke leden, optredend als arbitrageofficials, zijn vrijgesteld van het betalen van contributie.
  4. Het Bondsbestuur moet een opleiding voor arbitrageofficials aanbieden.
  5. De directeur stelt jaarlijks een regeling “Algemene kaders voor Arbitage officials” vast.
Trainers
Artikel 23

Slechts bevoegde trainers mogen betaalde training verzorgen. Die trainers zijn bevoegd die in het bezit zijn van een door het Bondsbestuur verleende licentie. Het Bondsbestuur kan richtlijnen vaststellen, waaraan een trainer die voor het uitoefenen van zijn functie geldelijk of materieel voordeel verkrijgt moet voldoen.

Begeleidingsgroep (coach en overige begeleiders)
Artikel 24
  1. Alle personen die tot de begeleidingsgroep van een ploeg behoren dienen lid van het KNKV te zijn.
  2. Het bepaalde in artikel 23 is van overeenkomstige toepassing op (assistent-)coaches, die voor het uitoefenen van de functie van coach een vergoeding ontvangen waardoor geldelijk of materieel voordeel wordt verkregen.
Hoofdstuk 5 Onafhankelijke commissies
Tuchtrechtspraak
Artikel 25
  1. Strafbaar is elk handelen of nalaten:
    a. dat in strijd is met de statuten en reglementen van het KNKV, de wedstrijdbepalingen, alsmede met een besluit van één van zijn organen;
    b. dat de belangen van het KNKV of van de korfbalsport in het algemeen schaadt.
  2. a. Aan de tuchtrechtspraak van het KNKV en het Instituut Sport Rechtspraak (ISR) zijn de leden onderworpen.
    b. Voor de bestraffing van overtredingen van de wedstrijdbepalingen en van onregelmatigheden, dan wel van gevallen waarin de belangen van het KNKV of van de korfbalsport in het algemeen worden geschaad legt het Bondsbestuur in overleg met de tuchtorganen een voorstel voor aanpassing van de Regels voor strafoplegging ter goedkeuring aan de Bondsraad voor.
    c. De onder b bedoelde regels gelden bij de strafoplegging als maatstaf voor de in het Tuchtreglement in artikel 5 lid 1 onder a en b genoemde commissies.
  3. a. De competentie, samenstelling, werkwijze en bevoegdheden van de met tuchtrechtspraak belaste organen worden geregeld in het tuchtreglement.
    b. De met tuchtrechtspraak belaste organen dienen het in het tuchtreglement vastgestelde beleid toe te passen;
    c. Het tuchtreglement c.q. wijzigingen op het tuchtreglement worden door het Bondsbestuur voorbereid en ter besluitvorming voorgelegd aan de Bondsraad.
    d. De tuchtorganen informeren de Bondsraad jaarlijks over hun werkzaamheden gedurende het afgelopen verbondsjaar.
Financiële commissie
Artikel 26
  1. De financiële commissie bestaat uit ten minste drie leden en ten minste één plaatsvervangend lid. De voorzitter wordt in functie gekozen.
  2. a. De financiële commissie oefent toezicht uit op het geldelijk beheer van het KNKV en onderzoekt bovendien de balans en de staat van baten en lasten van het KNKV.
    b. De financiële commissie adviseert gevraagd en ongevraagd het Bondsbestuur en de Bondsraad over het te voeren financieel beleid van het Bondsbestuur.
    c. De financiële commissie brengt jaarlijks verslag uit aan de Bondsraad van haar werkzaamheden en bevindingen.
  3. De opdracht van de financiële commissie kan te allen tijde door de Bondsraad worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere financiële commissie.
  4. De financiële commissie kan zich door een deskundige (accountant) laten bijstaan.
  5. a. Het Bondsbestuur is verplicht aan de financiële commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden te geven.
    b. Alle bescheiden en boeken, op het geldelijk beheer betrekking hebbend, liggen te allen tijde op het bondsbureau ter inzage voor de leden van de financiële commissie.
Reglementscommissie
Artikel 27
  1. De reglementscommissie bestaat uit ten minste drie leden.
  2. De voorzitter wordt in functie gekozen.
  3. a. In die gevallen waarin de toepassing van de statuten en reglementen aanleiding geeft tot een geschil omtrent de uitlegging daarvan, kan de meest belanghebbende partij het geschil schriftelijk voorleggen aan de reglementscommissie, die binnen acht weken schriftelijk uitspraak zal doen, met dien verstande, dat als een zaak aanhangig is gemaakt op de wijze als bepaald in titel II van het tuchtreglement, uitsluitend de tuchtorganen tot het voorleggen van het geschil aan de reglementscommissie kunnen besluiten.
    b. De uitspraak van de reglementscommissie is voor een ieder bindend en niet vatbaar voor beroep, met dien verstande dat de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep aan deze uitspraak niet zijn gebonden.
  4. Het Bondsbestuur dient, indien zij wijzigingen in de statuten en/of reglementen nodig acht, de voorstellen daartoe vóór het uitbrengen van de agenda van de Bondsraad in bij de reglementscommissie conform de strategische cyclus met het verzoek om advies. De commissie kan zelf ook wijzigingsvoorstellen bij het Bondsbestuur indienen. Voorts geeft de reglementscommissie advies over gebruik en inhoud van de in artikel 28 lid 6 onder b van dit reglement genoemde vormen van regelgeving.
  5. De reglementscommissie informeert de Bondsraad jaarlijks over haar werkzaamheden gedurende het afgelopen verbondsjaar.
Hoofdstuk 6 Regelgeving
Artikel 28
  1. Leden van de Bondsraad als bedoeld in artikel 21 van de Statuten kunnen voorstellen tot reglementswijziging indienen bij het Bondsbestuur.
  2. De reglementen worden vastgesteld en gewijzigd door de Bondsraad.
  3. Nieuwe reglementen, alsmede wijzigingen in reglementen treden in werking op 1 juli volgend op de Bondsraad, tenzij anders zal worden bepaald.
  4. Iedere vaststelling of wijziging van de statuten, alsmede van een reglement wordt als officiële mededeling gepubliceerd. De tekst van statuten en reglementen wordt gepubliceerd op de site van het KNKV.
  5. De in lid 1 bedoelde wijzigingen van reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet, noch met de statuten.
  6. a. In de strategische cyclus wordt bij de besluitvorming over maatregelen die in het (concept-) jaarplan worden opgenomen bezien of daarvoor een aanpassing van de regelgeving noodzakelijk is. Bij het jaarplan dat in de besluitvormende vergadering ter goedkeuring aan de Bondsraad wordt aangeboden geeft de reglementscommissie een advies over de wijze waarop de maatregel in de regelgeving dient te worden verwerkt. Indien het voorstellen betreft met een beleidsmatig karakter, d.w.z. indien deze duidelijke gevolgen hebben voor de wijze waarop korfbal wordt beoefend en/of duidelijke gevolgen van financiële/personele aard voor verenigingen, worden deze in de reglementen vastgelegd.
    b. In de reglementen kan worden bepaald dat ter uitwerking van bepalingen daaruit nadere richtlijnen worden vastgesteld. Daarbij worden de volgende richtlijnen onderscheiden:
    i raadsbesluit: een nadere uitwerking van een reglementaire bepaling, die wordt vastgesteld door de Bondsraad;
    ii bestuursbesluit: een nadere uitwerking van een reglementaire bepaling die wordt vastgesteld door het Bondsbestuur. Hieronder worden begrepen bestuursbesluiten waarin experimenten in de competitiesfeer worden geregeld. Het Bondsbestuur stuurt de Bondsraad ter kennisneming nieuwe of gewijzigde bestuursbesluiten voordat die door het Bondsbestuur zullen worden vastgesteld.
    Bestuursbesluiten mogen niet in strijd zijn met de statuten, reglementen en raadsbesluiten.
    Het bepaalde in lid 4 van dit artikel is van dienovereenkomstige toepassing.
  7. a. Het Bondsbestuur is bevoegd om in spoedeisende gevallen, waarin de statuten, reglementen of raadsbesluiten niet voorzien, een bestuurlijke noodmaatregel vast te stellen. Het Bondsbestuur dient daarna binnen hetzelfde verbondsjaar hierover een voorstel tot wijziging van de betreffende statuten, reglementen of regelingen in op de wijze als bepaald in artikel 27 lid 4. Het Bondsbestuur informeert de Bondsraad vooraf over de te nemen noodmaatregel.
    b. Behoudens het bepaalde onder c blijft de bestuurlijke noodmaatregel van kracht tot het moment, waarop de onder a bedoelde wijziging van de statuten, reglementen of raadsbesluiten in werking is getreden.
    c. De noodmaatregel komt te vervallen indien op de laatste Bondsraad binnen hetzelfde verbondsjaar waarin de noodmaatregel is genomen niet is overgegaan tot vaststelling van het voorstel tot wijziging van de statuten, reglementen of raadsbesluiten. De noodmaatregel vervalt dan op de eerste werkdag na deze Bondsraad.
  8. Alvorens een bestuursbesluit of een bestuurlijke noodmaatregel van kracht wordt verklaard of wordt gepubliceerd, dient dit ter toetsing te worden voorgelegd aan de reglementscommissie, die binnen twee weken haar standpunt aan het Bondsbestuur kenbaar maakt.
    Deze procedure is eveneens van toepassing voordat een raadsbesluit aan de Bondsraad wordt voorgelegd, Het advies van de reglementscommissie wordt ook aangeboden aan de Bondsraad. Leden van de Bondsraad kunnen desgewenst ook zelf advies over (concept-) raadsbesluit en andere reglementaire vraagstukken inwinnen bij deze commissie.
Hoofdstuk 7 Administratieve verzuimen
Artikel 29
  1. Indien een vereniging te laat opgave doet van haar verenigingsleden verbeurt zij een administratieve geldboete van twee rekeneenheden voor een verzuim van maximaal één week en van vier rekeneenheden voor een ieder volgend verzuim van een week of een gedeelte van een week.
  2. Bij niet voldoen van de aan het KNKV verschuldigde bedragen verbeurt de vereniging een administratieve geldboete van:
    – een rekeneenheid, indien het verschuldigde bedrag niet hoger is dan een bedrag gelijk aan 100 rekeneenheden;
    – twee rekeneenheden, indien het verschuldigde bedrag hoger is dan een bedrag gelijk aan 100 rekeneenheden, maar niet hoger dan een bedrag gelijk aan 200 rekeneenheden;
    – drie rekeneenheden, indien het verschuldigde bedrag hoger is dan een bedrag gelijk aan 200 rekeneenheden;
    voor iedere ingegane week verzuim, behoudens dispensatie door het Bondsbestuur.
  3. a. Indien een vereniging niet voldoet aan haar administratieve verplichtingen jegens het KNKV kan haar een administratieve geldboete worden opgelegd.
    b. Tot deze verplichtingen wordt onder andere gerekend het tijdig doen van administratieve opgaven of beantwoording van vragen volgens de reglementen.
    c. Voor zover in de desbetreffende artikelen geen ander bedrag is genoemd, bedraagt de op te leggen boete drie rekeneenheid voor iedere ingegane week verzuim na de tijdig ter kennis van de vereniging gebrachte uiterste datum van inzending.
  4. a. Indien een vereniging niet voldoet aan een hieronder genoemde verplichting in het reglement van wedstrijden of een bepaling van dat reglement overtreedt, wordt haar een administratieve geldboete opgelegd ter grootte van het bij het desbetreffende reglementartikel genoemde bedrag:
    – artikel 3 lid 3: vier rekeneenheden;
    – artikel 9 lid 2: vier rekeneenheden;
    – artikel 14 lid 6: tien rekeneenheden;
    – artikel 19 lid 4: vier rekeneenheden;
    – artikel 25 lid 2: twee rekeneenheden;
    – artikel 28 lid 3: twee rekeneenheden;
    – artikel 37 lid 3: vier rekeneenheden;
    – artikel 39 lid 6: één rekeneenheid;
    – artikel 40 lid 1 onder b: één rekeneenheid;
    – artikel 41 lid 6 onder a: één rekeneenheid;
    – artikel 41 lid 6 onder c: twee rekeneenheden;
    – artikel 45 lid 1 onder a: één rekeneenheid;
    – artikel 45 lid 1 onder b: twee rekeneenheden;
    – artikel 45 lid 2 onder a: twee rekeneenheden;
    – artikel 45 lid 2 onder b: twee rekeneenheden;
    – artikel 45 lid 2 onder c: vier rekeneenheden;
    – artikel 45 lid 3 onder a: twee rekeneenheden;
    – artikel 45 lid 3 onder b: vier rekeneenheden;
    – artikel 45 lid 4 onder a: twee rekeneenheden;
    – artikel 45 lid 4 onder b: vier rekeneenheden.
    b. De boetebedragen genoemd onder a worden, indien zij betrekking hebben op aspiranten- of pupillenwedstrijden, dan wel op aspiranten- of pupillenploegen tot de helft teruggebracht.
    c. Indien een vereniging niet voldoet aan een hieronder genoemde verplichting in het tuchtreglement of een bepaling van dat reglement overtreedt, wordt haar een administratieve geldboete opgelegd ter grootte van het bij het desbetreffende reglementsartikel genoemde bedrag:
    – artikel 14 lid 5 onder e: vier rekeneenheden;
    – artikel 14 lid 5 onder f: tien rekeneenheden;
    – artikel 14 lid 5 onder g, h en i: één rekeneenheid.
  5. Indien een administratief verzuim na voorafgaande waarschuwing opzettelijk wordt gepleegd of bij herhaling wordt geconstateerd door het Bondsbestuur, kan dit bestuur het bedrag van de administratieve geldboete verhogen of de aangelegenheid door middel van een aangifte ter behandeling voorleggen bij de bureauorganisatie.
  6. a. Verenigingen kunnen binnen een maand na de mededeling of publicatie van een administratieve geldboete een gemotiveerd bezwaarschrift bij de bureauorganisatie indienen tegen het opleggen daarvan.
    b. De bureauorganisatie neemt, namens het Bondsbestuur, zo spoedig mogelijk daarover een beslissing en doet de betrokken vereniging hiervan mededeling.
Slotbepaling
Artikel 30

In gevallen waarin de reglementen niet voorzien, beslist het Bondsbestuur, gehoord de reglementscommissie. Van deze beslissing legt het Bondsbestuur desgevraagd verantwoording af aan de Bondsraad.