Skip to the main content

Reglement van Wedstrijden

Versie na bondsraad juni 2025

Begripsbepalingen
Aanduiding Een klasse of groep klassen binnen een rubriek in de competitie
Accommodatie Het speelveld en de in de directe nabijheid van het speelveld gelegen voorzieningen
Bondsbestuur Bondsbestuur als bedoeld in artikel 11 van de statuten
Bondsraad Bondsraad als bedoeld in artikel 17 van de statuten
A-categorie Competitie voor gemengde teams en damesteams voor senioren, U19, U17 en U15 die niet tot het topkorfbal behoren. Het prestatieve element is bepalend voor de wedstrijdwaarde en de sportbeleving
B-categorie Competitie voor gemengde teams en damesteams voor senioren en jeugd die niet tot het topkorfbal of de A-categorie behoren. Het recreatieve element is bepalend voor de wedstrijdwaarde en de sportbeleving
Beslissingswedstrijd Wedstrijd tussen teams die na de reguliere competitie in dezelfde klassen noodzakelijk is voor het kampioenschap dan wel bezitting van promotie- of degradatieplaatsen zoals vermeld in artikel 11.
Bondsbureau Bondsbureau, als bedoeld in artikel 24 van de statuten, dat door het bondsbestuur onder andere is belast met de uitvoering van de competitie
Combinatieteams Teams uitkomend in de competitie, samengesteld uit leden van twee of meer verenigingen.
Competitiewedstrijden Wedstrijden die door het Bondsbestuur in verband met de veld- of zaalcompetitie zijn georganiseerd
Competitieweek Een competitieweek loopt van maandag tot en met de daaropvolgende zondag
Damescompetitie Competitie voor damesteams
Damesteams Teams die uitsluitend uit vrouwen bestaan
Gemengde competitie Competitie voor gemengde teams
Gemengde teams Teams die kunnen bestaan uit mannen en vrouwen
Jeugdkorfbalcompetitie Competitie voor gemengde teams en damesteams voor de jeugd, waarbij de wedstrijdorganisatie is afgestemd op de mogelijkheden van de diverse leeftijdsgroepen.
Klassen Een verzameling poules binnen een aanduiding
Korfbalwedstrijd Veld- of zaalkorfbalwedstrijd
Peildatum De datum van het desbetreffende competitieseizoen die wordt gehanteerd om de gemiddelde leeftijd voor teams te berekenen
Play-down wedstrijden Wedstrijden in de promotie- en degradatieregeling waarbij de winnaar promoveert of zich handhaaft en de verliezer degradeert of niet promoveert
Play-off wedstrijden Wedstrijden in de promotie- en degradatieregeling van de desbetreffende klasse(n) om kampioenschap of promotie
Poule Een afdeling binnen een klasse
Reserveklasse Een klasse binnen de A-categorie, waarin alle seniorenteams zijn opgenomen die niet de eerste teams van de vereniging zijn
Rubriek De competitie is opgedeeld in rubrieken: Topkorfbal, A-categorie en B-categorie
Seizoen Periode van 1 juli tot en met 30 juni van het daaropvolgende kalenderjaar
Speelveld Het oppervlak in de zaal of op het veld waarop de wedstrijd wordt gespeeld, zoals omschreven in paragraaf 1 van de officiële spelregels
Speelronde De speelweek van dinsdag tot en met de daaropvolgende maandag.
Spelers Speelsters worden daaronder mede begrepen
Spelersvervanging Het innemen van de plaats van een speler die aan een wedstrijd deelneemt door een invaller die al dan niet al heeft deelgenomen aan de wedstrijd
Staf Alle begeleiders van een team
Standaardklasse Een klasse, waarin eerste seniorenteams (standaardteams) van verenigingen uitkomen die aangegeven hebben in het topkorfbal of A-categorie uit te willen komen
Team Alle basis- en vervangende spelers van een team
Toernooien Een serie wedstrijden, waarbij elk deelnemend team meer dan één wedstrijd speelt
Topkorfbal Competitie voor gemengde teams in de hoogste klasse of klassen
Uiterste geboortedatum De bovengrens waarbinnen invallers in een team aan de bandbreedte moet voldoen
Verbondsjaar Het jaar als bedoeld in artikel 3 lid 2 onder b van de statuten
Vereniging Een korfbalvereniging als bedoeld in artikel 7 lid 1 onder a van de statuten
Vriendschappelijke wedstrijden Wedstrijden die niet door het Bondsbestuur in het verband van een competitie zijn georganiseerd
Wedstrijden Een wedstrijd als bedoeld als onderdeel van een competitie in deze begripsbepalingen, met uitzondering van vriendschappelijke wedstrijden, tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld
Wedstrijdreeks Een reeks van wedstrijden, waarbij elk deelnemend team één of meer wedstrijd speelt en waarbij het resultaat van de gespeelde wedstrijden bepalend kan zijn voor het aantal door de deelnemende teams te spelen wedstrijden
Werkdag Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag met uitzondering van algemeen erkende feestdagen
Zaterdagteams Teams die op grond van hun in de verenigingsstatuten vastgestelde levensbeschouwelijke opvatting niet wensen te spelen op zondagen
4Korfbal Specifieke korfbalvorm waarin een team uit 4 spelers bestaat

 

Hoofdstuk 1 Grondslagen wedstrijdwezen

 

Artikel 1 – Organisatie competities
1. a. Het KNKV organiseert jaarlijks de competitie. Het Bondsbestuur verstrekt in het “competitiehandboek” richtlijnen voor de organisatie van de veld- en zaalcompetities.
1. b. Het KNKV kan activiteiten organiseren, die niet als wedstrijden in het kader van dit reglement worden aangemerkt. Het Bondsbestuur kan voor deze activiteiten nadere regelingen of richtlijnen vaststellen.
1. c. Het Bondsbestuur kan voor bepaalde toernooien en wedstrijdreeksen afzonderlijke reglementen vaststellen.
2. a. De door het KNKV georganiseerde competities worden, voor zowel de veld- als zaalcompetitie, onderscheiden in de volgende rubrieken binnen de korfbalcompetitie:
a) Topkorfbal
b) A-categorie
c) B-categorie
2. b. Binnen deze rubrieken kunnen afzonderlijke aanduidingen, klassen en poules worden gevormd. Dit wordt nader uitgewerkt in het competitiehandboek.
3. a. Het bondsbureau stelt vast welke teams worden ingedeeld in het topkorfbal, de A-categorie en de B-categorie en bepaalt, voor zover daarin niet is voorzien in dit reglement, tevens de wijze waarop dit gebeurt. Het bondsbureau doet hiervan mededeling aan de betrokken verenigingen.
3. b. De kampioenschappen van Nederland kunnen, al dan niet, in toernooivormen worden georganiseerd en worden opgenomen in de promotie- en degradatieregelingen als bedoeld in artikel 5 lid 6.
3. c. De organisatie van de door het KNKV te organiseren wedstrijden is in handen van het bondsbureau .
3. d. De bepalingen van dit reglement gelden voor alle veld- en zaalcompetitiewedstrijden, tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld.

 

Artikel 2 – Spelen buiten IKF-verband
1. Voor het spelen van wedstrijden tegen verenigingen die niet behoren tot een bij de IKF aangesloten organisatie en het deelnemen aan wedstrijdreeksen of toernooien die niet door de IKF of een bij de IKF aangesloten organisatie zijn goedgekeurd, heeft een vereniging toestemming nodig van het Bondsbestuur.
2. Indien zonder toestemming wordt deelgenomen aan wedstrijden, toernooien of wedstrijdreeksen als bedoeld in lid 1, kan het Bondsbestuur dit door middel van een aangifte aanhangig maken bij de tuchtcommissie, die de in het tuchtreglement genoemde straffen kan opleggen.

 

Hoofdstuk 2 Randvoorwaarden

 

Artikel 3 – Spelregels
1. Uitgezonderd van het bepaalde in lid 3 moeten alle door of met toestemming van het Bondsbestuur te organiseren wedstrijden worden gespeeld volgens de laatst vastgestelde officiële spelregels door de IKF. Uitzondering hierop zijn de in het competitiehandboek geregelde uitzonderingen die betrekking hebben op bepalingen, waarvan afwijking volgens de tekst van de officiële spelregels mogelijk is.
2. Uitgezonderd van het bepaalde in lid 1 zijn afwijkingen van de officiële spelregels alleen toegestaan indien deze afwijkingen worden toegepast op verzoek of met toestemming van het bestuur van de IKF.
3. Alle door het Bondsbestuur te organiseren wedstrijden in competities voor damesteams moeten worden gespeeld volgens de laatst door het Bondsbestuur vastgestelde spelregels voor dameskorfbal.

 

Artikel 4 – Naamgeving teams en klassen
1. a. De A-categorie in de jeugdcompetities bestaat uit de volgende aanduidingen:
– U19
– U17
– U15
1. b. De B-categorie in de jeugdcompetities bestaat uit de volgende aanduidingen:
– Rood
– Oranje
– Geel
– Groen
– Blauw
1. c. De onder a genoemde aanduidingen kunnen in klassen van verschillende sterkte worden ingedeeld.
1. d. De leeftijdsgrenzen voor de indeling van de teams in de onder a en b genoemde aanduidingen zijn geregeld in artikel 6.
2. a. Het eerste team is het seniorenteam in de standaardklasse, gevolgd door de andere teams die in het topkorfbal en de A-categorie in de senioren actief zijn. De nummering gaat vervolgens verder met alle andere seniorenteams die in de B-categorie actief zijn, waarbij indien sprake van een zondagteam, het zondagteam in de B-categorie het laagste nummer heeft. Hierna de teams die op zaterdag spelen.
2. b. De benaming van de jeugdteams in de A-categorie vindt plaats door middel van de leeftijdscategorie gevolgd door een opeenvolgend nummer.
2. c. De benaming van de jeugdteams in de B-categorie gaat op basis van de gemiddelde leeftijd van het team. Het team met e hoogste gemiddelde leeftijd heeft het laagste nummer. Het team met de laagste gemiddelde leeftijd heeft het hoogste nummer. Daarnaast komt voor elk team de letter J te staan.
3. Neemt een vereniging zowel met gemengde teams als met damesteams deel aan het topkorfbal en A-categorie, dan worden de damesteams onafhankelijk van de gemengde teams ook benoemd als 1e, 2e, 3e, U19-1 enz.
4. Het Bondsbestuur bepaalt de benaming van de klassen, waarin de wedstrijden worden gespeeld.

 

Artikel 5 – Competitie-indelingen en promotie- en degradatieregelingen
1. Het bondsbureau stelt jaarlijks de competitie-indeling en de promotie- en degradatieregeling vast, met inbegrip van play-off en play-down wedstrijden.
2. Het bondsbureau plaatst de teams in de verschillende klassen op grond van de indeling en de resultaten van de voorgaande competities en de opgaven voor de nieuwe competitie.
3. Zaterdagteams en zondagteams kunnen worden ingedeeld in één poule. Uitgangspunt is om zondagteams zoveel als mogelijk bij elkaar in te delen als dit geografisch mogelijk is.
4. Een vereniging heeft de mogelijkheid om een verzoek in te dienen om:
4. a. met een team in de volgende competitie in een lagere klasse uit te komen;
4. b. af te zien van promotie.
De procedure hiervoor is nader beschreven in het competitiehandboek.
5. Standaardteams worden in beginsel ingedeeld in de standaardklassen in de A-categorie.
Indien een vereniging ervoor kiest om dit team in te willen delen in de B-categorie kan daar bij de aanmelding voor worden gekozen,
6. Het bondsbureau publiceert de promotie- en degradatieregeling uiterlijk één dag voorafgaand aan de betreffende competitie.

 

Artikel 6 – Leeftijdsgrenzen voor de jeugdcompetitie
1. In de A-categorie is er sprake van een uiterst geboortejaar. Het geboortejaar van een speler bepaalt in welke leeftijdscategorie deze maximaal mag spelen. In het competitiehandboek zijn de geboortejaren per aanduiding vastgelegd.
2. In de B-categorie heeft elk team een gemiddelde leeftijd, die wordt vastgesteld op basis van de teamsamenstelling op het moment dat de definitieve competitie-indeling wordt gepubliceerd. Voor wedstrijden geldt een uiterste geboortedatum waaraan spelers moeten voldoen. Spelers die op of na deze datum geboren zijn, mogen meedoen.
De uiterste geboortedatum is de oudste van de volgende twee berekeningen:
– De datum 1,5 jaar (voor 8-tallen) of 1 jaar (voor 4korfbal) voor de gemiddelde geboortedatum van de opgegeven spelers.
– De geboortedatum van de oudste speler in het team
3. Spelers mogen vanaf de dag waarop zij 5 jaar worden uitkomen in de competitie.
4. Teams in de B-categorie worden ingedeeld in een aanduiding op basis van gemiddelde leeftijd (per 31 december van het seizoen)en sterkte-indicatie. Binnen een aanduiding is ook de reisafstand een factor. Verschil in geboortedatum tussen oudste en jongste in team opgegeven speler mag maximaal 2 jaar (4-tallen) of 3 jaar (8-tallen) zijn.
5. Vanaf een gemiddelde teamleeftijd van 9,0 jaar is het mogelijk om met een 8-tal te spelen.

 

Artikel 7 – Deelneming aan competities
1. Een vereniging bericht het bondsbureau welke van haar teams de volgende competitie als zaterdagteams moeten worden beschouwd, indien zich ten opzichte van de lopende competitie een verandering zal voordoen. De procedure hiervoor staat beschreven in het competitiehandboek.
2. Het is verenigingen toegestaan om met combinatieteams van meerdere verenigingen deel te nemen aan de competitie. De voorwaarden en uitwerkingen staan vermeld in het competitiehandboek.
3. Andere deadlines met betrekking tot deelneming aan competities zijn te vinden in het competitiehandboek.

 

Artikel 8 – Wedstrijdvaststelling
1. a. Competitiewedstrijden worden in beginsel vastgesteld op zaterdag, zondag en andere vrije dagen of op dagdelen van werkdagen, die in het algemeen als vrije tijd worden aangemerkt. Hierbij wordt er rekening gehouden met reis- en voorbereidingstijd, welke nader
  zijn uitgewerkt in het competitiehandboek.
1. b. In de weekenden waarin nationaal erkende feestdagen vallen zal in het competitieschema vastgesteld worden op welke dagen er wel en niet gespeeld wordt.
1. c. Bij competitiewedstrijden in de klassen vallend onder topkorfbal heeft de thuisspelende vereniging de keuze van speeldag voor wedstrijden die in het weekend worden vastgesteld, hierbij echter rekening houdend met het in artikel 5 lid 3 van de statuten vastgelegde recht
van de tegenstander om op grond van een levensbeschouwelijke opvatting niet op zondagen aan competitiewedstrijden deel te nemen. Deze levensbeschouwelijke opvatting dient in de statuten van de vereniging te zijn opgenomen en wordt voorafgaande aan de competitie tijdig
aan het bondsbureau doorgegeven.
2. a. Uitgezonderd het bepaalde onder b en c ontmoeten in de competitie alle in dezelfde poule spelende teams elkaar tweemaal, zo mogelijk één keer in/op een accommodatie naar keuze van elk van de teams.
2. b. Het bondsbureau kan bepalen dat in bepaalde klassen de competitie in een andere vorm, dan onder a bedoeld, wordt gespeeld.
2. c. In bijzondere gevallen kan het bondsbureau een afwijkende regeling treffen.
3. a. De richtlijnen met betrekking tot het opnieuw vaststellen van wedstrijden uit het topkorfbal en de A- en B-categorie, die om welke reden dan ook niet zijn gespeeld, zijn te vinden in het competitiehandboek.
3. b. Verenigingen zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van accommodatie, zowel op het veld als in de zaal, binnen de door het KNKV vastgestelde periode per competitie.
4. Het bondsbureau is bevoegd wedstrijden in te lassen, uit te stellen of het aanvangsuur te wijzigen. De betrokken verenigingen dienen ten minste driemaal 24 uur vóór het nieuwe aanvangstijdstip te worden geïnformeerd.

 

Artikel 9 – Aanvangstijdstip van wedstrijden
1. Indien een wedstrijd te laat begint, wordt de duur van de tweede speelhelft zo nodig ingekort met de tijdsduur die ligt tussen de vastgestelde en de werkelijke aanvangstijd, met inachtneming van het bepaalde in lid 2.
2. Indien een wedstrijd te laat zal aanvangen wordt, door de thuisspelende vereniging voor de aanvang van de wedstrijd aan de scheidsrechter medegedeeld hoe laat de wedstrijd uiterlijk moet worden beëindigd.
3. Indien voor een wedstrijd minder dan de helft van de vastgestelde speeltijd beschikbaar is, wordt de wedstrijd afgelast en opnieuw vastgesteld.
4. Indien vertragingen zijn ontstaan in het vastgestelde wedstrijdprogramma op de betreffende dag, mag een wedstrijd maximaal dertig minuten later dan het vastgestelde aanvangstijdstip beginnen. Het bepaalde in lid 1 en lid 3 blijft in deze situatie van toepassing.
5. Indien als gevolg van rook, shooters, confetti of andere hinderlijke overlast een wedstrijd meer dan 10 minuten te laat begint, dient de scheidsrechter hiervan een aantekening te maken op het wedstrijdformulier. Dit geldt als een directe aangifte van een onregelmatigheid bij de tuchtcommissie.

 

Artikel 10 – Wijzigen aanvangsuur/uitstel
1. Een verzoek van een vereniging tot wijziging van de speeldag en/of aanvangstijd dient op een door het Bondsbestuur vastgestelde manier ingediend te worden. Dit verzoek dient door de tegenpartij op eenzelfde wijze bevestigd te worden. De procedure hiervoor is nader beschreven in het competitiehandboek.
2. Aan het honoreren van een wijzigingsverzoek kunnen aanvullende eisen gesteld worden door het Bondsbestuur. Deze zijn te vinden in het competitiehandboek.

 

Artikel 11 – Rangordebepaling
1.  a. In het competitiehandboek is vastgelegd in welke klassen een wedstrijd in een gelijkspel kan eindigen.
1. b. Indien een wedstrijd in een gelijkspel kan eindigen, krijgt het team dat de wedstrijd wint twee wedstrijdpunten, het verliezende team krijgt geen punten. Spelen twee teams gelijk, dan ontvangt elk team één punt.
1. c. Indien een wedstrijd niet in een gelijkspel kan eindigen, krijgt het team dat de wedstrijd in de reguliere speeltijd wint drie wedstrijdpunten, het verliezende team krijgt geen punten. Eindigt de wedstrijd in de reguliere speeltijd gelijk, dan volgt er een golden goal principe zoals is bepaald in het competitiehandboek. Het winnende team krijgt na de golden goal twee wedstrijdpunten, het verliezende team één wedstrijdpunt.
2. Het team dat aan het einde van de competitie de meeste wedstrijdpunten bezit, is kampioen van de poule, uitgezonderd het bepaalde in artikel 24 lid 1 onder g van het tuchtreglement.
3. a. De rangorde van de teams in een poule in het topkorfbal en de A-categorie aan het einde van de competitie wordt bepaald door het aantal behaalde wedstrijdpunten.
3. b. Eindigen twee of meer teams met een gelijk aantal wedstrijdpunten in een poule, dan wordt de rangorde van die teams achtereenvolgens bepaald aan de hand van de volgende criteria:
– het aantal in de onderlinge wedstrijden behaalde wedstrijdpunten, met inachtneming van het bepaalde onder lid d;
– het doelsaldo van de onderlinge wedstrijden, met inachtneming van het bepaalde onder lid d;
– het aantal gescoorde doelpunten in de onderlinge wedstrijden, met inachtneming van het bepaalde onder lid d;
– het doelsaldo van de hele competitie;
– het aantal in de hele competitie gescoorde doelpunten;
– het resultaat van (een) nader vast te stellen beslissingswedstrijd(en).
3. c. Indien na toepassing van een criterium zoals genoemd in lid b er verschil is in de rangorde, maar twee of meer teams staan nog gelijk, dan geldt lid b opnieuw van voren af aan voor het bepalen van de rangorde tussen die teams.
3. d. Indien twee teams met een gelijk aantal wedstrijdpunten eindigen, wordt het resultaat van de onderlinge wedstrijden vastgesteld door de resultaten van die beide wedstrijden in die competitie samen te tellen.
3. e. Indien meer dan twee teams met een gelijk aantal wedstrijdpunten eindigen, wordt het resultaat van de onderlinge wedstrijden vastgesteld door het opmaken van een stand, waarin alleen de onderlinge wedstrijden van de gelijk geëindigde teams worden meegeteld.
4. Bij wedstrijden waarin een verlenging noodzakelijk is, bijvoorbeeld bij beslissings- en bekerwedstrijden, zijn de bepalingen te vinden in het competitiehandboek.
5. Eindigen in een poule van de competities van de B-categorie meer teams met een gelijk aantal wedstrijdpunten bovenaan, dan worden deze teams alle als kampioen aangemerkt.
6. a. Indien een veld- en/of zaalcompetitie in het topkorfbal of de A-categorie door uitzonderlijke omstandigheden niet volledig uitgespeeld kan worden, wordt deze competitie als niet gespeeld beschouwd. In het daaropvolgende seizoen zullen alle teams in dezelfde klasse ingedeeld worden. Teams behouden voor dat volgende seizoen het recht om vrijwillig te degraderen of zich terug te trekken uit de klasse waarin zij weer zijn ingedeeld.
6. b. De verdere gevolgen van een afgebroken competitie worden in het competitiehandboek vastgesteld.

 

Artikel 12 – Terugtrekken van teams
1. Opgegeven teams gepubliceerd in de definitieve indeling dienen de volledige competitie uit te spelen. Wil een vereniging een team terugtrekken, dan wordt dat verzoek beoordeeld door het bondsbureau. Een terugtrekkingsverzoek voor aanvang van de competitie zal in beginsel worden ingewilligd. Een terugtrekkingsverzoek na aanvang van de competitie zal alleen worden ingewilligd, indien overtuigend blijkt, dat het uitspelen van de competitie door dit team in redelijkheid niet van de desbetreffende vereniging kan worden gevergd.
2. In alle gevallen krijgt de vereniging hiervoor een administratieve geldboete, zoals bepaald in artikel 29 van het huishoudelijk reglement. De vastgestelde teambijdrage blijft ook van kracht. Uitgezonderd het bepaalde in lid 5, geldt dezelfde verplichting ook ten aanzien van deelneming aan beslissings-, play-off en play-down wedstrijden.
3. a. Indien een vereniging een team terugtrekt uit het topkorfbal of de A-categorie na bekendmaking van de definitieve indeling, maar vóór aanvang van de betrokken competitie, wordt dit team beschouwd als niet meer behorende tot deze competitie. Alle rechten van dit team voor de betrokken competitie in het volgende competitiedeel of seizoen komen hiermee te vervallen. In bijzondere gevallen kan het bondsbureau op verzoek van de betrokken vereniging van deze bepaling afwijken.
3. b. Indien een vereniging een team terugtrekt uit het topkorfbal of de A-categorie na de eerste gespeelde wedstrijd door het betreffende team in de competitie, worden alle door het desbetreffende team in de lopende competitie gespeelde wedstrijden als niet gespeeld beschouwd. Met betrekking tot de degradatieregeling wordt het team beschouwd als te zijn geëindigd op de laagste plaats in haar poule.
3. c. Indien een vereniging een team terugtrekt uit de B-categorie, worden alle door het desbetreffende team in de lopende competitie gespeelde wedstrijden als niet gespeeld beschouwd
3. d. In alle situaties genoemd in de leden a., b. en c. geldt dat het betalen van de wedstrijdbijdrage, een administratieve geldboete en voor de tenuitvoerlegging volgens de regels van het tuchtreglement opgelegde straffen van toepassing blijven. Indien als gevolg van deze terugtrekking er leegstand in of op accommodaties wordt veroorzaakt en dit kosten met zich meebrengt, dan zijn deze kosten voor rekening van de vereniging van het teruggetrokken team.
4. Een verzoek om met een in de definitieve indeling gepubliceerd team in een lagere klasse of andere poule uit te mogen komen wordt ook beschouwd als een terugtrekking uit de huidige klasse/poule met de hiervoor genoemde (financiële) consequenties.
5. a. Het bondsbureau kan een vereniging toestaan om haar teams niet aan een beslissings-,  play-off of play-down wedstrijd deel te laten nemen. Het verzoek hiervoor dient uiterlijk binnen 24 uur na plaatsing voor de betreffende wedstrijd(en) ingediend te worden. Het in lid 3 onder b bepaalde ten aanzien van doorberekening van de kosten van de leegstand van of op accommodaties is ook van toepassing.
5. b. Het desbetreffende team wordt geacht als laatste van de aan de beslissings-, play-off of play-down wedstrijden deelnemende teams te zijn geëindigd.
6. Indien tijdens het competitieseizoen het lidmaatschap van het KNKV van een vereniging eindigt op de wijze zoals bepaald in artikel 10 lid 1 onder a van de statuten of indien een vereniging wordt geschorst met inachtneming van het bepaalde in artikel 27 van het
  tuchtreglement, worden al haar teams beschouwd als te zijn teruggetrokken met de financiële consequenties als genoemd in lid 1.

 

Artikel 13 – Reiskostenregeling
Het KNKV kent een tegemoetkoming in de reiskosten voor alle teams uitkomend in het topkorfbal en de A-categorie, indien een team veel kilometers aflegt. Verdere uitwerking is te vinden in het competitiehandboek.

 

Artikel 14 – Vergoeding van kosten
1. De kosten en risico’s verbonden aan het deelnemen aan wedstrijden zijn geheel voor rekening van de betrokken verenigingen en personen.
2. Het in lid 1 bepaalde is niet van toepassing ten aanzien van de reiskosten indien:
2. a. een reiskostenregeling voor de competitiewedstrijden volgens artikel 13 van toepassing is.
2. b. een vergeefse reis is veroorzaakt door een fout van bondswege. In dat geval heeft een vereniging recht op vergoeding door het KNKV van de gemaakte kosten, waarbij voor de vaststelling van de hoogte van de vergoeding de criteria voor de vaststelling van de reiskosten
  in de regeling, als bedoeld in artikel 13, van toepassing zijn.
2. c. kosten van leegstand is veroorzaakt door een fout van bondswege. In dat geval worden de daadwerkelijke kosten vergoed.
3. a. Het niet-opkomen van een scheidsrechter wordt niet als een fout van bondswege beschouwd, tenzij het niet-opkomen een gevolg is van een fout van de met de aanwijzing van de scheidsrechters belaste functionaris(sen). In dit geval hebben de bij de wedstrijd betrokken
  verenigingen en personen eveneens recht op vergoeding van de gemaakte kosten volgens de in lid 2 onder b gestelde regels.
b. In geval van twijfel over de vraag wie verantwoordelijk is voor het niet-opkomen van de scheidsrechter, beslist het Bondsbestuur.

 

Artikel 15 – Veld- en zaalaccommodaties
1. a. Verenigingen hebben zowel voor de veld- als zaalcompetitie de verplichting om al dan niet eigen veldaccommodaties en zaalaccommodaties beschikbaar te stellen voor het spelen van thuiswedstrijden.
1. b. Indien de accommodatie van een vereniging lange tijd niet beschikbaar of bespeelbaar is en de vereniging niet zelf binnen een redelijke termijn hiervoor een oplossing heeft, kan het bondsbureau beslissen dat de thuiswedstrijden van deze vereniging op een andere accommodatie worden vastgesteld. De eventueel hieraan verbonden kosten komen ten laste van de desbetreffende vereniging.
2. Elke veld- en zaalaccommodatie moet voldoen aan de eisen zoals vermeld in het Kwaliteitszorgsysteem op het digitale platform Sportinfrastructuur en moet voor ingebruikneming voor wedstrijden gekeurd zijn door bevoegde keuringsinstanties.
3. Alle vereiste afmetingen en voorwaarden aan materialen voor de wedstrijden zijn te vinden in het competitiehandboek.
4. a. Indien de verhuurder of eigenaar van een speelveld aan het gebruik daarvan beperkende voorwaarden stelt ten aanzien van het dragen van bepaalde soorten schoeisel, zijn alle gebruikers verplicht deze voorwaarden in acht te nemen.
4. b. Indien de veld- of zaalaccommodatie, waarvoor de onder a bedoelde beperkende  voorwaarden gelden, wordt gehuurd door of eigendom is van een vereniging, is deze vereniging verplicht het bondsbureau hiervan mededeling te doen. De bezoekende verenigingen en de voor de wedstrijden in deze accommodatie aangewezen scheidsrechters dienen daarnaast uiterlijk tien dagen voor de wedstrijd van de beperkende voorwaarden op de hoogte te worden gesteld door de desbetreffende vereniging.
c. Is een andere instantie dan een vereniging huurder van de accommodatie, waarvoor de beperkende bepalingen gelden, dan zorgt deze instantie voor de kennisgeving, zoals bedoeld onder b.

 

Artikel 16 – Afgelastingen door uitzonderlijke omstandigheden
1. Er wordt onderscheid gemaakt in vier situaties van uitzonderlijke weersomstandigheden:
– Onweer
– Slechte velden
– Hitte
– Verkeersveiligheid
2. a. Onweer: wanneer onweer zich op een afstand van 3 km of minder bevindt, dient de scheidsrechter de wedstrijd te onderbreken. De afstand kan globaal gemeten worden door de tijd vast te stellen tussen het zien van de bliksemflits en het horen van de donder. Indien dit minder dan 10 seconde bedraagt, is het onweer binnen 3 km afstand. Indien nog voldoende tijd beschikbaar is, wordt de wedstrijd voortgezet als de onweersbui is afgedreven en het veld bespeelbaar is.
2. b. Slechte velden: bij zeer waarschijnlijke onbespeelbaarheid van de speelvelden door vorst, sneeuwval, plotselinge dooi of regenval of in uitzonderlijke andere omstandigheden beoordeelt de thuisspelende vereniging of de wedstrijd wel of niet door kan gaan. Het spelen is te allen tijde voor eigen risico.
2. c. Hitte: bij extreme hitte, een temperatuur van 35 graden of meer, beoordelen de verenigingen zelf of zij het verantwoord achten om wel of niet een wedstrijd door te laten gaan. Dit geldt alleen voor wedstrijden uit de blauwe en groene aanduiding. Het spelen is te allen tijde voor eigen risico.
2. d. Verkeersveiligheid: bij zeer waarschijnlijke onbegaanbaarheid van de wegen door vorst, sneeuwval, plotselinge dooi of regenval of in uitzonderlijke andere omstandigheden beoordelen de verenigingen zelf of zij het verantwoord achten om wel of niet een thuiswedstrijd door te laten gaan, dan wel af te reizen voor een uitwedstrijd. Het reizen is te allen tijde voor eigen risico.
3. a. Verenigingen informeren het bondsbureau over het niet doorgaan van de wedstrijd, zoals beschreven in artikel 31 lid 1. Het Bondsbestuur beoordeelt achteraf in hoeverre in lid 2 gemaakte beoordeling terecht was. Daarbij is artikel 31 lid 2 van toepassing. Indien een vereniging er naar het oordeel van het bondsbureau ten onrechte voor heeft gekozen om niet op te komen dagen, dan heeft het bureau de mogelijkheid om het Bondsbestuur voor te stellen geen aangifte te doen maar de kosten van de veld- en/of zaalhuur gelijkelijk ten laste van de beide verenigingen die bij de afgelaste wedstrijd betrokken zijn te verdelen.
3. b. Indien het Bondsbestuur het in lid a bedoelde advies niet overneemt, doet het aangifte bij de tuchtcommissie. Indien de tuchtcommissie besluit tot het opleggen van geen of van alternatieve sancties, dan wordt dat bekend gemaakt aan de betrokken verenigingen.
4. a.  Het Bondsbestuur kan als gevolg van de situaties genoemd in lid 2 enige of alle voor een bepaalde dag vastgestelde wedstrijden afgelasten, waarvan het ter algemene kennisgeving mededeling doet aan de daartoe geschikte publiciteitsorganen.
4. b. Indien het Bondsbestuur heeft besloten tot een (gedeeltelijke) afgelasting van het wedstrijdprogramma komen de kosten van de veld- en/of zaalhuur gelijkelijk ten laste van de beide verenigingen die bij elk van de afgelaste wedstrijden betrokken zijn.
4. c. De procedure rondom het opnieuw vaststellen van de wedstrijden welke niet zijn gespeeld op basis van lid 4.a is opgenomen in het competitiehandboek.
5. Het kan zo zijn dat de competitie voortijdig moet worden afgebroken als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden. De besluiten die zijn genomen bij het vroegtijdig afbreken van de competitie waarbij niet de mogelijkheid is deze te hervatten zijn opgenomen in het competitiehandboek.
6. Het Bondsbestuur kan ten aanzien van de in dit artikel bedoelde uitzonderlijke omstandigheden nadere voorschriften opstellen.

 

Artikel 17 – Keuring van het speelveld en vergeefse reizen
1. a. De ontvangende vereniging zorgt zo kort mogelijk vóór iedere veldwedstrijd voor een keuring van het speelveld. Bij onbespeelbaarheid of als er zeer veel kans bestaat dat het veld op het aanvangsuur onbespeelbaar zal zijn, wordt de wedstrijd door de ontvangende vereniging
afgelast.
1. b. De bevoegdheid tot afkeuring van het speelveld door de ontvangende vereniging vervalt op het tijdstip dat niet meer kan worden voldaan aan het bepaalde in lid 2.
1. c. Na het onder b bedoelde tijdstip is de scheidsrechter niet eerder bevoegd het speelveld te keuren dan vijftien minuten voor aanvang van het vastgestelde tijdstip. Deze bevoegdheid vervalt indien het bepaalde in lid 5 van toepassing is.
1. d. In het geval van slechte weersomstandigheden bij een veldwedstrijd van de jeugd in de B-categorie hebben de coaches van de beide teams en de scheidsrechter in onderling overleg het recht de wedstrijd, met een meerderheid van de stemmen, niet te doen beginnen of te
staken. Ieder van hen dient in dat geval het bondsbureau in te lichten over de omstandigheden die hen tot deze beslissing brachten. In geval van vermeend misbruik van de bepalingen kan het Bondsbestuur hiervan melding maken bij de tuchtcommissie.
2. De ontvangende vereniging heeft de plicht om de scheidsrechter en de bezoekende vereniging tijdig – rekening houdend met de reismogelijkheden – kennis te geven van een afgelasting van de wedstrijd, ook indien de scheidsrechter en/of bezoekende vereniging geen
  inlichtingen hebben verstrekt over hun reisplan.
3. Regionaal of plaatselijk kunnen door het bondsbureau voor de te organiseren wedstrijden regelingen worden getroffen, die van het bepaalde in de leden 1 en 2 afwijken.
4. Indien de ontvangende vereniging verzuimt tijdig kennis te geven van de afkeuring aan de scheidsrechter, krijgt zij een administratieve geldboete, zoals bepaald in artikel 29 van het huishoudelijk reglement.
5. Indien de verhuurder van het speelveld de geschiktheid tot bespelen ervan beoordeelt, keurt het bondsbureau goed dat de vereniging van het resultaat van deze keuring uitgaat. De verplichting tot tijdig kennis geven wordt hierdoor niet aangetast.
6. Indien het speelveld door redelijk uitvoerbare maatregelen in bespeelbare staat is te brengen, is de ontvangende vereniging verplicht deze toe te passen.
7. Indien een nabijgelegen speelveld van gelijke aard, dat door de scheidsrechter geschikt wordt bevonden, ter beschikking staat van de betrokken vereniging, zijn de verenigingen verplicht hierop te spelen.
8. Een team dat bij een veldwedstrijd, door verzuim van de tot kennisgeving als bedoeld in lid 2 verplichte vereniging, een vergeefse reis maakt heeft het recht op vergoeding van de gemaakte kosten. De hoogte van de vergoeding wordt berekend volgens de criteria, genoemd
in artikel 13. Deze vergoeding komt ten laste van de in verzuim zijnde vereniging.
9. Een bezoekend team kan geen aanspraak maken op het recht op vergoeding van reiskosten indien naar het oordeel van het bondsbureau het maken van de reis redelijkerwijs had kunnen worden voorkomen.
10. Het bepaalde in de leden 8 en 9 geldt eveneens ten aanzien van de onkosten van de scheidsrechter.

 

Hoofdstuk 3 Spelers

 

Artikel 18 – Deelnemen aan wedstrijden
1. Aan wedstrijden mogen slechts spelers deelnemen die:
a. competitielid zijn van het KNKV;
b. een geldige digitale spelerskaart binnen het digitale wedstrijd formulier bezitten of zich kunnen legitimeren;
c. niet van deelneming aan wedstrijden zijn uitgesloten;
d. niet zijn geschorst.
2. a. Een vereniging mag slechts spelers in haar ploegen in wedstrijden laten uitkomen die deze vereniging overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 lid 1 onder a van het huishoudelijk reglement als competitielid heeft opgegeven en van wie, voor zover nodig, de overschrijving tot stand is gekomen in overeenstemming met hetgeen is bepaald in artikel 19.
2. b. Indien een vereniging conform artikel 7 lid 2 samenwerkt met een andere vereniging mogen ook de spelers van die vereniging uitkomen in haar ploegen.
3. Het recht tot deelneming gaat pas in, nadat de aanmelding als competitielid bij het KNKV heeft plaatsgevonden.

 

Artikel 19 – Overschrijven
1. Als een spelend lid een verzoek indient om bij een andere vereniging uit te mogen komen, dient door de oude vereniging te worden aangegeven of er belemmeringen bestaan dat dit lid bij een andere vereniging als spelend lid wordt opgegeven.
2. a. Indien er geen belemmeringen bestaan, kan dit lid bij elke vereniging als spelend lid worden opgegeven. De oude vereniging schrijft de betreffende speler als spelend lid uit, waarna de nieuwe vereniging de betreffende persoon inschrijft.
b. Indien deze belemmeringen wel bestaan, dient dit door de betrokken verenigingen binnen zeven dagen bij het bondsbureau te worden gemotiveerd. Het Bondsbestuur neemt vervolgens binnen 14 dagen een besluit omtrent het verzoek van het betreffende lid en maakt dit kenbaar aan beide verenigingen.
3. Het bondsbureau verleent geen overschrijving zolang de aanvrager naar zijn oordeel niet heeft voldaan aan de financiële verplichtingen jegens de oude vereniging

 

Artikel 20 – Uitkomen in competities
1. Een speler kan maar bij één vereniging tegelijk spelend lid zijn.
2. Een speler kan gedurende een seizoen voor meerdere verenigingen uitkomen, maar slechts bij maximaal 2 verenigingen in het topkorfbal en de A-categorie, en in één speelronde maar voor één vereniging in topkorfbal en/of A-categorie.
3. Indien een speler is uitgekomen in een wedstrijd in het topkorfbal dan
3. a. mag de betreffende speler daarna niet meer uitkomen in een topkorfbalwedstrijd voor een andere vereniging in dezelfde competitie;
3. b. mag de betreffende speler daarna wel uitkomen in een wedstrijd in de A-categorie voor een andere vereniging, maar niet van een standaardteam gedurende dezelfde competitie.
4. Voor leden die ook lid zijn bij een studentenvereniging is er een uitzondering die het mogelijk maakt om in dezelfde speelronde zowel bij de studentenvereniging uit te komen als bij een reguliere vereniging. Dit mag in de 3e klasse, reserve 2e klasse of lager.

 

Artikel 21 – Uitkomen in teams
Algemeen
1. Begripsbepalingen
1a. Onder “uitkomen” wordt verstaan daadwerkelijk in het veld staan, ongeacht de speeltijd.
1. b. Een speler heeft een wedstrijd “gespeeld” wanneer die 75% van de wedstrijd in het veld heeft gestaan.
1. c. Met speelweek wordt in dit artikel bedoeld de periode van dinsdag tot en met de daaropvolgende maandag, waarin een speler een wedstrijd heeft “gespeeld” conform lid 1b.
1. d. Met “eigen team” wordt bedoeld het hoogste team waarvoor geldt dat iemand meer dan 65% (afgerond naar beneden) van de “gespeelde” wedstrijden heeft gespeeld in dat team of een hoger team. Per speelweek telt in de berekening maar één wedstrijd mee, te weten de wedstrijd (of één van de wedstrijden) van het laagste topkorfbal team of A-categorieteam waarin is “gespeeld”. Is iemand gedurende een periode van 45 achtereenvolgende kalenderdagen niet uitgekomen in enig team dan vervalt zijn speelhistorie. Had hij zich echter al wel vast gespeeld in een team, dan wordt het “eigen team” het Top/A-categorie-team waarin de speler na deze 45 dagen voor het eerst uitkomt. In de doorlopende competities tellen de dagen tussen de laatste wedstrijddag van het team waarin de speler is vastgespeeld in het najaar en de eerste competitiedag van dat betreffende team in het voorjaar niet mee voor de bepaling van de 45 dagen.
2. Dit artikel heeft betrekking op het uitkomen bij de vereniging waar de teams onder vallen. Het hoogste team van een vereniging is het standaardteam, gevolgd door de overige seniorenteams op volgorde van teamnummer en daarna de teams in de jeugdklassen gerangschikt op teamnummer, zoals verder vastgelegd in artikel 4.
3. In de speelweken t/m de speelweek waarin een speler zijn 3e wedstrijd heeft gespeeld zijn er geen beperkingen in het uitkomen in teams.
4. Na afloop van de speelweek waarin een speler zijn 3e wedstrijd heeft gespeeld en elke speelweek daarna wordt bepaald wat op dat moment het “eigen team” van de betreffende speler is zoals bepaald in lid 1d van dit artikel.
5. Heeft een speler “gespeeld” in een team waarin hij niet gerechtigd was uit te komen, dan telt die wedstrijd niet mee als “gespeelde” wedstrijd voor dit artikel.
B-categorie
6. a. Alle spelers waarvan hun team, zie lid 1d, niet uitkomt in het topkorfbal of de A-categorie mogen  ”uitkomen” in alle teams in de B-categorie wat toegestaan is volgens artikel 6 omtrent invallersbepalingen.
6. b. Alle spelers waarvan hun team het laagste team in de betreffende leeftijdscategorie in de A-categorie is in de betreffende competitie, mogen ”uitkomen” in alle teams in de B-categorie wat toegestaan is volgens artikel 6 omtrent invallersbepalingen.
6. c. Elke speler die zich vast heeft gespeeld in een team mag niet meer uitkomen in een jeugdteam in de B-categorie met een lagere gemiddelde leeftijd van het team, zoals genoemd in artikel 4 lid 2, dan de eigen leeftijd op de peildatum.
Topkorfbal en A-categorie
7. Na afloop van de speelweek waarin een speler zijn 3e wedstrijd heeft gespeeld gelden de volgende regels.
7. a. Op basis van het “eigen team” van de speler mag de speler onbeperkt “uitkomen” in zijn eigen team, een hoger team en in een team dat in dezelfde klasse speelt als zijn eigen team.
7. b. Op basis van het team waarin de speler in zijn laatste speelweek heeft “gespeeld” mag de speler “uitkomen” in hetzelfde team en een hoger team.
7. c. De speler mag, met de beperkingen genoemd in lid 8, één team lager “uitkomen” dan zijn “eigen team”.
8. In elk team mogen tot ¾ van de betreffende competitie van het team maximaal twee willekeurige spelers “uitkomen” van het naaste hogere topkorfbal- en A-categorieteam
9. Spelers die als “eigen team” een team hebben wat uitkomt in de Korfbal League mogen gedurende het gehele seizoen uitkomen in de Reserve Korfbal League.

 

Artikel 22 – Spelersvervangingen
Het Bondsbestuur verstrekt voorschriften over de wijze waarop spelersvervangingen moeten plaatsvinden in het competitiehandboek. Per categorie wordt er aangegeven of een vervangen speler in dezelfde wedstrijd conform de officiële spelregels wel of niet weer mag deelnemen aan het spel.

 

Hoofdstuk 4 Arbitrageofficials

 

Artikel 23 – KNKV-officials
1. a. Het Bondsbestuur benoemt de KNKV-scheidsrechters, juryvoorzitters en waarnemende officials.
1. b. Het Bondsbestuur kan deze officials onderverdelen in verschillende categorieën, waarop verschillende bevoegdheidsniveaus van toepassing zijn.
1. c. Het Bondsbestuur is te allen tijde bevoegd een benoeming in te trekken.
2. In de arbitrale kaders voor de arbitrageofficials is, zoals genoemd in artikel 22 van het huishoudelijk reglement, vastgesteld welke rechten en plichten zij hebben die verband houden met de uitvoering van hun functie.
3. a. Een KNKV-scheidsrechter dient de leeftijd van 17 jaar te hebben bereikt,
3. b. Een jeugdscheidsrechter dient de leeftijd van 16 jaar te hebben bereikt bij de aanduidingen rood en oranje dan wel van 15 jaar bij de aanduidingen geel, groen en blauw.

 

Artikel 24 – Niet aanwezig zijn en uitvallen van scheidsrechter
1. a. Indien de aangewezen scheidsrechter tien minuten voor het vastgestelde aanvangsuur niet aanwezig is, maar een andere scheidsrechter met hetzelfde, hoger of één bevoegdheidsniveau lager, die geen lid of begunstiger is van één der betrokken verenigingen, bereid is de desbetreffende wedstrijd te leiden, zijn de teams verplicht onder zijn leiding te spelen.
1. b. Zijn meer scheidsrechters, die geen lid of begunstiger van één der betrokken verenigingen zijn, bereid en op grond van het bepaalde onder a bevoegd de wedstrijd te leiden, dan wordt de wedstrijd geleid door de scheidsrechter met het hoogste bevoegdheidsniveau. Indien in dit
  geval meer scheidsrechters met hetzelfde bevoegdheidsniveau bereid zijn tot het leiden van de wedstrijd en de aanvoerders het er niet over eens worden die als scheidsrechter zal optreden, wordt tussen deze scheidsrechters geloot.
1. c. Indien vijf minuten voor het vastgestelde aanvangsuur geen scheidsrechter aanwezig is, die volgens het bepaalde onder a bevoegd is de wedstrijd te leiden, kunnen de aanvoerders gezamenlijk een ander lid van het KNKV verzoeken de wedstrijd te leiden, met inachtneming
  van het bepaalde in artikel 22 van het huishoudelijk reglement.
1. d. Indien op het vastgestelde aanvangsuur geen lid van het KNKV aanwezig is, dat volgens het bepaalde onder a, b, of c bevoegd en bereid is de wedstrijd te leiden, wijst de thuisspelende vereniging een lid van het KNKV als scheidsrechter aan. Dit wel met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 van het huishoudelijk reglement. Dit artikel is niet van toepassing op wedstrijden uit het topkorfbal, beslissings-, play-off en play-down wedstrijden.
1. e. Met inachtneming van het gestelde in de leden a, b, c en d dient een vervangende scheidsrechter uiterlijk binnen vijftien minuten na het vastgestelde aanvangstijdstip aanwezig te zijn. Indien deze termijn is overschreden, heeft elk team individueel het recht te beslissen dat de wedstrijd alsnog niet doorgaat.
2. Bij het uitvallen van een scheidsrechter tijdens een wedstrijd zijn voor een vervanging de bepalingen van lid 1 van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 25 – Taak van scheidsrechter
1. a. De scheidsrechter die is aangewezen voor het leiden van een wedstrijd of op grond van het bepaalde in artikel 24 de leiding van een wedstrijd op zich neemt, treedt hierbij op als vertegenwoordiger van het KNKV en van het Bondsbestuur. Hij handhaaft de spelregels en de
  bepalingen van dit reglement.
b. In wedstrijden in de jeugdklassen in de B-categorie wordt door de scheidsrechter bij het geven van een formele waarschuwing aan een speler of het wegzenden van een speler geen gebruik gemaakt van een gele, respectievelijk rode kaart, maar kan worden volstaan met een mondelinge mededeling.
2. De scheidsrechter mag niet eerder dan een kwartier voor de vastgestelde aanvangstijd ter plaatse besluiten de wedstrijd niet aan te vangen in geval van onbespeelbaarheid van het speelveld, door omstandigheden die gevaar opleveren voor de gezondheid van de spelers of
  het spel onmogelijk maken.
3. De scheidsrechter controleert in aanwezigheid van de beide aanvoerders en bij jeugdwedstrijden van de beide coaches van de desbetreffende teams, de spelerskaarten en de vereiste begeleiderskaarten of wettelijke legitimatiebewijzen. Indien er reglementair vereiste legitimatiebewijzen ontbreken, maakt hij hiervan melding op het wedstrijdformulier.
4. De scheidsrechter vult direct na afloop van de wedstrijd in aanwezigheid van de beide aanvoerders en bij jeugdwedstrijden van de beide coaches van de desbetreffende teams het voor hem bestemde gedeelte van het wedstrijdformulier in en maakt daarbij melding van de uitslag, alle overtredingen van bepalingen van dit reglement, voorgekomen wangedrag en andere onregelmatigheden, alsmede formele waarschuwingen als wegzendingen waarna deze dient te worden vastgelegd.
5. De scheidsrechter is verplicht tot en met het afronden van het wedstrijdformulier op de accommodatie bereikbaar te zijn.
6. In gevallen als omschreven in artikel 30 lid 4 en artikel 34 dient de scheidsrechter er ongevraagd voor te zorgen dat het bondsbureau uiterlijk op de tweede werkdag na afloop van de wedstrijd in het bezit is van een verklaring.
7. Indien een scheidsrechter een wedstrijd heeft gestaakt om een reden als genoemd in artikel 34 lid 2 en een team op het moment van staken onvolledig was ten gevolge van het wegzenden van één of meer spelers, vermeldt de scheidsrechter op het wedstrijdformulier hoe
de verdeling van de spelers over de verschillende vakken was op het moment van staken.

 

Artikel 26 – Rompregeling arbitrage
1. De Bondsraad kan een regeling invoeren voor het verplicht beschikbaar stellen door verenigingen van KNKV-scheidsrechters, jeugdscheidsrechters, KNKV-officials en scheidsrechterbegeleiders in de veld- en zaalcompetities.
2. De regeling dient een bepaling te bevatten, waarin de voorwaarden worden vermeld waaraan de leden van het KNKV, die op grond van de regeling voor het leiden van wedstrijden en het beoordelen en begeleiden van KNKV-scheidsrechters worden aangewezen, moeten voldoen.
3. a. De in lid 1 bedoelde regeling kent een financiële en sportieve boetebepaling voor verenigingen die niet voldoen aan de verplichtingen welke haar door de regeling zijn opgelegd.
3. b. De onder a bedoelde boetebepalingen worden opgelegd door het bondsbureau.
3. c. Het bepaalde in artikel 29 lid 6 van het huishoudelijk reglement is van overeenkomstige toepassing.

 

Hoofdstuk 5 Staf (Coaches en overige begeleiders)

 

Artikel 27 – Functioneren coaches en overige begeleiders
1. Bij wedstrijden mogen slechts (assistent-)coaches optreden die niet zijn gestraft overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 27 en 28 van het tuchtreglement.
2. De coach treedt niet in de rechten of verplichtingen van de aanvoerder, zoals die zijn vastgesteld in dit reglement en in de spelregels.
3. Het Bondsbestuur stelt in het competitiehandboek voorwaarden vast over de wijze waarop de (assistent-)coach zijn functie uitoefent.
4. Bij wedstrijden van de jeugd dient een coach van de desbetreffende vereniging aanwezig te zijn, wiens naam op het wedstrijdformulier moet worden vermeld.
5. Stafleden bij wedstrijden zijn verplicht zich via een digitale begeleiderskaart binnen het digitale wedstrijdformulier of via een wettelijk legitimatiebewijs te legitimeren.

 

Hoofdstuk 6 Verenigingsplichten

 

Artikel 28 – Aanwezige bescheiden en materialen
1. Bij een wedstrijd draagt de ontvangende vereniging er zorg voor dat aanwezig zijn
1. a. twee voor gebruik gereed zijnde palen en kunststofkorven, alsmede zo nodig daarbij behorende voetsteunen. Zie voor richtlijnen het competitiehandboek;
1. b. een bal;
1. c. lijnen voor het speelveld en vakafbakening en de daarbij behorende bevestigingsmaterialen;
1. d. twee strafworppunten;
1. e. twee banken voor coaches, vervangende spelers en andere tot de begeleidersgroep behorende personen;
1. f.  een afrastering rondom het speelveld, voor zover het wedstrijden betreft in klassen waarvoor dit door het Bondsbestuur is voorgeschreven in het competitiehandboek.
2. De in lid 1 onder a, b, c en d genoemde materialen moeten voldoen aan de in de officiële spelregels genoemde eisen.
3. Bij zaalwedstrijden dient de thuisvereniging er zorg voor te dragen dat, voor zover deze voor bepaalde klassen zijn voorgeschreven, aanwezig dienen te zijn:
1. een jurytafel
2. twee voor gebruik gereed zijnde sets schotklokken (één voor direct gebruik en één als reserve). Elke set schotklokken bestaat uit:
• het bedieningspaneel (staat op de jurytafel en wordt bediend door schotklokbediener);
• twee displays (elk staat achter één van de achterlijnen);
• communicatiekabel (kan eventueel draadloos);
3. een oranje kaart met daarop een voor iedereen duidelijk leesbare V of W, dan wel met daarop twee horizontale, tegengestelde wijzende pijlen en een groene kaart met een T.;

 

Artikel 29 – Verenigingstenue
1. Bij een wedstrijd moeten alle spelers van beide teams gekleed zijn in een door het Bondsbestuur goedgekeurd verenigingstenue van hun vereniging. Bij gebreke hiervan kan de scheidsrechter de desbetreffende spelers de deelneming aan het spel ontzeggen.
2. Het Bondsbestuur heeft ten aanzien van het verenigingstenue van teams die uitkomen in bepaalde klassen in het competitiehandboek nadere richtlijnen verstrekt.
3. De bezoekende vereniging is verplicht haar tenue in voldoende mate te wijzigingen indien beide verenigingen een gelijk of nagenoeg gelijk verenigingstenue hebben. Bij verschil van mening hierover beslist de scheidsrechter.
4. Indien de weersomstandigheden dit wenselijk maken, kan na het verstrijken van de eerste speelhelft, het tenue worden gewisseld voor een ander dan het officiële verenigingstenue. Dit andere tenue moet in voldoende mate, ter beoordeling van de scheidsrechter, afwijken van
dat van de tegenpartij.

 

Artikel 30 – Wedstrijdformulier
1. In alle officiële wedstrijden dient het digitaal wedstrijdformulier gebruikt te worden.
2. Tenminste vijftien minuten voor aanvang van de wedstrijd biedt de aanvoerder het wedstrijdformulier aan de scheidsrechter aan. In het competitiehandboek kan deze termijn voor bepaalde klassen afwijken. De aanvoerder heeft daarop in het voor hem bestemde
  gedeelte alle personen die deel uitmaken van de spelers en staf, inclusief hun rol, op de juiste wijze en volledig ingevuld. Na afloop van de wedstrijd voert de aanvoerder de eventuele spelersvervangingen in.
3. Indien er bij wedstrijden in de B-categorie zich een situatie voordoet, waardoor een team een te oude speler, zoals benoemd in artikel 6 mee laat spelen of als er een speler meespeelt die niet speelgerechtigd is conform artikel 21, is er de mogelijkheid dat de tegenstander daar akkoord voor geeft. In dat geval worden er geen sancties opgelegd, zoals genoemd in artikel 36 en 37 van dit reglement. Dit moet voorafgaand aan de wedstrijd door beide teams middels een akkoord op het digitale wedstrijdformulier aan worden gegeven.
4. Indien op het wedstrijdformulier is aangetekend dat een lid van het team een formele waarschuwing heeft ontvangen of is weggezonden, waarbij de scheidsrechter tevens de bijbehorende strafcode vermeld heeft, wordt dit lid van het team door deze aantekening in staat van beschuldiging gesteld. De scheidsrechter dient betrokkene en diens aanvoerder voorafgaand aan het vastleggen van het wedstrijdformulier in kennis te stellen van deze door hem op het wedstrijdformulier vermelde aantekening.
5. Het wedstrijdformulier dient uiterlijk vijftien minuten na afloop vastgelegd te zijn. Indien een wedstrijdformulier niet tijdig is ingediend, kan het bondsbureau de wedstrijden beschouwen als niet gespeeld.
6. Bij overtreding van het bepaalde in dit artikel krijgt de vereniging een administratieve geldboete, zoals bepaald in artikel 29 van het huishoudelijk reglement.
7. Indien een wedstrijd niet door is gegaan, om wat voor reden dan ook, wordt geen digitaal wedstrijdformulier ingevuld, maar wordt dit gemeld zoals beschreven in artikel 31.

 

Artikel 31 – Kennisgeving bij niet doorgaan van een wedstrijd
1. a. Indien een wedstrijd geen doorgang vindt moet hiervan, onder vermelding van de reden, door de beide verenigingen het bondsbureau geïnformeerd worden via het formulier “niet gespeelde wedstrijd”. Deze melding via de website van het KNKV dient uiterlijk de volgende werkdag na de speeldag voor 12.00 uur te gebeuren.
1. b. Bij overtreding van het bepaalde onder a, krijgt de vereniging een administratieve geldboete, zoals bepaald in artikel 29 van het huishoudelijk reglement.
2. Het bondsbureau beoordeelt de opgegeven reden van het niet doorgaan van de wedstrijd. Indien het bondsbureau vaststelt dat onvoldoende grond aanwezig was de wedstrijd geen doorgang te laten vinden, brengt het dit ter kennis van de tuchtcommissie, als bedoeld in het
tuchtreglement. Indien het bondsbureau vaststelt dat er voldoende grond aanwezig was om de wedstrijd geen doorgang te laten vinden, brengt het dit ter kennis van de betreffende vereniging. Wanneer er sprake is van een situatie waarbij de huur per wedstrijd bij de thuisvereniging in rekening wordt gebracht deelt het bondsbureau daarbij tevens mede dat het niet opkomende team de huur dient te vergoeden aan de vereniging die de accommodatie heeft gehuurd. Dit doet niet af aan het feit dat het bondsbureau de mogelijkheid heeft, al dan niet in combinatie met deze opgelegde vergoeding, ter kennis te brengen aan de tuchtcommissie.

 

Artikel 32 – Verenigingsplichten topkorfbal
Het Bondsbestuur kan voor het topkorfbal nadere richtlijnen vaststellen, waarin wordt voorgeschreven aan welke voorwaarden (groepen van) de verenigingen dienen te voldoen. Deze nadere richtlijnen worden vastgelegd in het competitiehandboek.

 

Hoofdstuk 7 Onregelmatigheden

 

Artikel 33 – Administratieve geldboeten
1. a. Indien bij een wedstrijd de ontvangende vereniging op het vastgestelde aanvangsuur de accommodatie of het spelmateriaal niet in orde heeft, krijgt zij een administratieve geldboete, zoals bepaald in artikel 29 van het huishoudelijk reglement.
1. b. Indien vijftien minuten na het vastgestelde aanvangsuur de accommodatie of het spelmateriaal nog niet in orde is, wordt de administratieve geldboete verhoogd op de wijze als aangegeven in artikel 29 van het huishoudelijke reglement.
2. a. Indien bij een wedstrijd een team op het vastgestelde aanvangsuur geen zes spelers in het veld brengt, krijgt de vereniging een administratieve geldboete, zoals bepaald in artikel 29 van het huishoudelijk reglement.
2. b. Indien tien minuten na het vastgesteld aanvangsuur nog geen zes speler in het veld staan, dan wordt de onder a bedoelde administratieve geldboete verhoogd op de wijze als aangegeven in artikel 29 van het huishoudelijk reglement.
3. a. Een vereniging waarvan een team twee minuten na het fluitsignaal van de scheidsrechter om de tweede speelhelft te hervatten geen zes spelers in het veld brengt, krijgt een administratieve geldboete, zoals bepaald in artikel 29 van het huishoudelijk reglement.
3. b. Indien er na zeven minuten na dit fluitsignaal van de scheidsrechter nog geen zes spelers in het veld staan, dan wordt de onder a bedoelde administratieve geldboete verhoogd op de wijze als aangegeven in artikel 29 van het huishoudelijk reglement.

 

Artikel 34 – Het te laat aanvangen, niet spelen of staken van een wedstrijd
1. Voor de toepassing van dit reglement wordt een wedstrijd als niet gespeeld beschouwd indien:
1. a. een team niet opkomt;
1. b. de ontvangende vereniging tien minuten na het vastgestelde aanvangsuur van de wedstrijd de accommodatie of het spelmateriaal niet in orde heeft;
1. c. een team, bestaande uit acht spelers, tien minuten na het vastgestelde aanvangsuur geen zes spelers in het veld brengt;
1. d. een team, bestaande uit acht spelers, met zes of meer spelers op het veld, tien minuten na het vastgestelde aanvangsuur weigert te spelen;
1. e. een team, uitkomend in het 4Korfbal, tien minuten na het vastgestelde aanvangsuur geen drie spelers in het veld brengt;
1. f. een team, uitkomend in het 4Korfbal, met drie of meer spelers op het veld, tien minuten na het vastgestelde aanvangsuur weigert te spelen;
1. g. de scheidsrechter niet aanwezig is en er overeenkomstig artikel 24 geen vervanger wordt gevonden c.q. aangewezen;
1. h. het speelveld door de tot keuring bevoegde instantie of door de scheidsrechter is afgekeurd;
1. i. het aanvangsuur zodanig moet worden verschoven dat voor de wedstrijd minder dan de helft van de vastgestelde speeltijd beschikbaar is.
2. Voor de toepassing van dit reglement wordt een aangevangen wedstrijd als gestaakt beschouwd indien;
2. a. gedurende de wedstrijd het aantal spelers van een team (in enig vak) beneden drie daalt en, bij teams die bestaan uit acht spelers, dit niet door verplaatsen van spelers uit een ander vak kan worden verholpen;
2. b. een team voor het einde van de speeltijd het speelveld verlaat;
2. c. een team, bestaande uit acht spelers, tien minuten na het fluitsignaal van de scheidsrechter om de tweede speelhelft te beginnen geen zes spelers in het veld brengt, dan wel weigert te spelen;
2. d. een team, uitkomend in het 4Korfbal, tien minuten na het fluitsignaal van de scheidsrechter om de tweede speelhelft te beginnen geen drie spelers in het veld brengt, dan wel weigert te spelen;
2. e. een scheidsrechter de wedstrijd staakt wegens wangedrag of wanordelijkheden;
2. f. een wedstrijd te laat is begonnen en moet worden ingekort met de tijdsduur die ligt tussen de werkelijke en de vastgestelde aanvangstijd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 lid 2;
2. g. de scheidsrechter de wedstrijd wegens veranderde weersomstandigheden of omstandigheden aan de accommodatie staakt;
2. h. de scheidsrechter uitvalt en geen vervanger als bedoeld in artikel 24 aanwezig is.
3. a. Los van het bepaalde in artikel 13 lid 2 onder a van het tuchtreglement worden door de aantekening van de scheidsrechter op het wedstrijdformulier onregelmatigheden als bedoeld in artikel 9 lid 5, dit artikel 34 lid 1 onder a t/m f en lid 2 onder a t/m e aanhangig gemaakt bij
  de tuchtcommissie.
3. b. Los van het bepaalde in artikel 13 lid 2 onder b van het tuchtreglement kunnen onregelmatigheden als bedoeld in lid 1 onder g t/m i en lid 2 onder f t/m g aanhangig gemaakt worden bij de tuchtcommissie.
3. c. De tuchtcommissie bepaalt of er sprake is van schuld aan het te laat aanvangen, niet spelen of staken van de wedstrijd.
3. d. Los van het bepaalde in de artikelen 33 en 35 kunnen de tuchtrechtelijke organen als bedoeld in het tuchtreglement de in dat reglement genoemde straffen opleggen als er sprake is van schuld, aan het te laat aanvangen, niet spelen of staken van de wedstrijd. Indien er geen
  sprake is van schuld wordt hiervan direct mededeling gedaan aan het Bondsbestuur.

 

Artikel 35 – Over- en uitspelen van wedstrijden
1. Uitgezonderd na toepassing van artikel 24 lid 1 onder p van het tuchtreglement wordt een niet gespeelde wedstrijd opnieuw vastgesteld.
2. a. Onverminderd het bepaalde in lid 5 wordt een wedstrijd, die voor aanvang van de tweede speelhelft wegens een onregelmatigheid als bedoeld in artikel 34 lid 2 onder f t/m h is gestaakt, overgespeeld.
2. b. Onverminderd het bepaalde in lid 5 wordt een wedstrijd, die na de aanvang van de tweede speelhelft wegens een onregelmatigheid als bedoeld in artikel 34 lid 2 onder f t/m h is gestaakt, uitgespeeld.
3. a. Indien een wedstrijd wegens een onregelmatigheid als bedoeld in artikel 34 lid 2 onder a t/m e is gestaakt en de tuchtcommissie de schuld van een partij heeft vastgesteld, wordt de wedstrijd niet overgespeeld indien de stand bij het staken gelijk was of de stand in het
  voordeel was van de niet in overtreding zijnde partij.
3. b. In het onder a bedoelde geval wordt als uitslag beschouwd de op het moment van staken bereikte stand onder vermeerdering van het aantal door de niet in overtreding zijnde partij gemaakte doelpunten met vijf bij wedstrijd uit het topkorfbal en de A-categorie en één bij
  wedstrijden uit de B-categorie.
3. c. Onverminderd het bepaalde in lid 5 wordt de wedstrijd overgespeeld indien de in overtreding zijnde partij op het moment van staken voor stond.
4. a. Onverminderd het bepaalde in lid 5 wordt een wedstrijd die wegens een onregelmatigheid als bedoeld in artikel 34 lid 2 onder a t/m e voor de aanvang van de tweede speelhelft is gestaakt en waarbij de tuchtcommissie geen schuld van een partij heeft vastgesteld, overgespeeld.
4. b. Onverminderd het bepaalde in lid 5 wordt een wedstrijd, die wegens een onregelmatigheid als bedoeld in artikel 34 onder a t/m e na de aanvang van de tweede speelhelft is gestaakt en waarbij de tuchtcommissie geen schuld van een partij heeft vastgesteld, uitgespeeld.
5. Het Bondsbestuur kan in uitzonderlijke omstandigheden besluiten een gestaakte wedstrijd niet te laten overspelen of uitspelen als de uitslag van de wedstrijd niet van belang is voor het kampioenschap, promotie of degradatie. In beginsel wordt elke wedstrijd opnieuw vastgesteld.
6. Een wedstrijd die wordt overgespeeld of uitgespeeld, wordt vastgesteld op de veldaccommodatie van de ontvangende partij (bij veldwedstrijden), respectievelijk zo mogelijk in de plaats van vestiging van de ontvangende partij (bij zaalwedstrijden), tenzij een tuchtrechtelijk orgaan als bedoeld in het tuchtreglement anders heeft bepaald.
7. a. Van een gestaakte wedstrijd die wordt uitgespeeld vormen het eerste wedstrijdgedeelte en het uit te spelen wedstrijdgedeelte gezamenlijk één gehele wedstrijd. In het uit te spelen wedstrijdgedeelte dient daarbij rekening te worden gehouden met de historie van het eerste
wedstrijdgedeelte. De volgende elementen kunnen daarbij van belang zijn:
– de score en het aantal gespeelde minuten;
– de mogelijke reglementaire verplichting van het vooraf indienen van de opstelling;
– een mogelijk incompleet team op het moment van staken van de wedstrijd;
– het aantal spelerswisselingen en -vervangingen;
– de speler die een formele waarschuwing hebben ontvangen of zijn weggezonden;
– de coach of andere tot de begeleidingsgroep behorende persoon die een formele waarschuwing heeft ontvangen of is weggezonden.
7. b. Bij het uitspelen van de wedstrijd kiest de bezoekende partij de korf waarin zij wilt doelen. Indien in de wedstrijdhistorie is vastgelegd dat de teams vooraf de opstelling moeten indienen stellen de spelers zich als zodanig op. Is dat niet het geval, dan laat de ontvangende partij
haar spelers hun plaatsen innemen, waarna de bezoekende partij haar spelers opstelt. Voorafgaand aan het uit te spelen deel wordt er getost welk team de bal uit neemt. De bal wordt vervolgens uitgenomen bij de middenlijn in het aanvalsvak van het team die de toss wint, tenzij het Bondsbestuur dan wel de tuchtcommissie anders heeft bepaald.
7. c. Indien een partij op het moment van staken incompleet was ten gevolge van het weggezonden zijn van spelers word de wedstrijd hervat met hetzelfde aantal spelers dat op het moment van staken gerechtigd was mee te spelen, met inachtneming van de verdeling van het aantal spelers over de vakken op het moment van staken.
7. d. Bij spelerswisselingen en -vervangingen dient rekening te worden gehouden met de wedstrijdhistorie.
7. e. Bij het geven van een formele waarschuwing dient rekening te worden gehouden met de wedstrijdhistorie.
7. f. Aan het uit te spelen wedstrijddeel mogen spelers en coaches deelnemen die op het moment
van uitspelen gerechtigd zijn met uitzondering van degenen die voor het eerste wedstrijddeel
waren uitgesloten of geschorst en degenen die tijdens dat deel zijn weggezonden.

 

Artikel 36 – Ongerechtige spelers
1. a. Indien een team van een vereniging in een wedstrijd uitkomt met één of meer spelers die hiertoe niet gerechtigd zijn, volgt een schikkingsvoorstel.
1. b. Wanneer voor de tweede maal of vaker een team in een wedstrijd in de A-categorie een onregelmatigheid wordt geconstateerd, doet het Bondsbestuur aangifte, zoals bedoeld in artikel 13 lid 4 van het tuchtreglement bij de tuchtcommissie. De tuchtcommissie kan in dat reglement genoemde straffen vervolgens opleggen.
1. c. Wanneer voor de derde maal of vaker van een team in een wedstrijd in de B-categorie een onregelmatigheid wordt geconstateerd, doet het Bondsbestuur aangifte, zoals bedoeld in artikel 13 lid 4 van het tuchtreglement bij de tuchtcommissie. De tuchtcommissie kan in dat reglement genoemde straffen vervolgens opleggen.
2. a. Indien het in overtreding zijnde team de wedstrijd heeft verloren en de tuchtcommissie schuld heeft vastgesteld, wordt
– In het Topkorfbal en de A-categorie als uitslag beschouwd de eindstand onder vermeerdering van het aantal door de niet overtreding zijnde partij gemaakte doelpunten met vijf.
– in de B-categorie als uitslag beschouwd de eindstand.
2. b. Indien het in overtreding zijnde team de wedstrijd heeft gewonnen of de wedstrijd in gelijkspel is geëindigd wordt de wedstrijd:
– in het Topkorfbal en de A-categorie opnieuw vastgesteld. Het Bondsbestuur kan in uitzonderlijke omstandigheden besluiten de wedstrijd niet te laten overspelen, omdat de uitslag ervan niet van belang is voor het kampioenschap, promotie of degradatie. In beginsel wordt elke wedstrijd opnieuw vastgesteld.
– In de B-categorie niet opnieuw vastgesteld en blijft de oorspronkelijke uitslag gehandhaafd tenzij het niet in overtreding zijnde team binnen 3 werkdagen na de dagtekening van het schikkingsvoorstel of de uitspraak van de tuchtcommissie aangeeft de wedstrijd over te willen spelen.
2. c. Indien beide teams in dezelfde wedstrijd in overtreding zijn, wordt de wedstrijd:
– in het topkorfbal en de A-categorie opnieuw vastgesteld.
– In de B-categorie blijft de oorspronkelijke uitslag gehandhaafd tenzij één van beide teams binnen 3 werkdagen na de dagtekening van het schikkingsvoorstel of de uitspraak van de tuchtcommissie aangeeft de wedstrijd over te willen spelen.
3. a. Indien een team met een ongerechtige speler uitkomt in een beslissings-, play-off of play-down wedstrijd als bedoeld in de begripsbepalingen van dit reglement en de tuchtcommissie schuld heeft vastgesteld, wordt de wedstrijd niet overgespeeld, maar wordt het desbetreffende
team geacht de wedstrijd met 5-0 bij wedstrijden uit het topkorfbal en de A-categorie en 1-0 bij wedstrijden uit de B-categorie te hebben verloren.
3. b. Het bepaalde in lid 1 is van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 37 – Leeftijdsoverschrijdingen in de B-categorie
1. a. Indien een jeugdteam in een wedstrijd uitkomt met een speler waarbij de gemiddelde leeftijd van de spelers op enig moment ligt boven de uiterste leeftijdsgrens zoals vastgesteld in artikel 6 die voor het team van toepassing is, volgt een schikkingsvoorstel.
1. b. Wanneer voor de derde maal of vaker bij hetzelfde team in een wedstrijd in dezelfde competitie een onregelmatigheid wordt geconstateerd, doet het Bondsbestuur aangifte, zoals bedoeld in artikel 13 lid 4 van het tuchtreglement bij de tuchtcommissie. De tuchtcommissie kan in dat reglement genoemde straffen vervolgens opleggen.
2. a. Indien het in overtreding zijnde team de wedstrijd heeft verloren en de tuchtcommissie schuld heeft vastgesteld, wordt  als uitslag beschouwd de eindstand.
2. b. Indien het in overtreding zijnde team de wedstrijd heeft gewonnen of de wedstrijd in gelijkspel is geëindigd wordt de wedstrijd  niet opnieuw vastgesteld en blijft de oorspronkelijke uitslag gehandhaafd tenzij het niet in overtreding zijnde team binnen 3 werkdagen na de dagtekening van het schikkingsvoorstel of de uitspraak van de tuchtcommissie aangeeft de wedstrijd over te willen spelen.
2. c. Indien beide teams in dezelfde wedstrijd in overtreding zijn, wordt de wedstrijd opnieuw vastgesteld.